28 December 1954 241. voorzieningen aan te tasten, wil spreekster er op wijzen, dat daaraan ongelooflijke financiële consequenties zijn verbonden. Zij weet niet, of de kring, die dit speciaal naar voren brengt, wel de grootste bereidheid opbrengt om via het belastingbiljet in de kosten bij te dragen. De heer R.HILHORSI heeft zich verheugd over het ini tiatief van de Fabrikantenkring, maar kan zich anderzijds volledig aansluiten bij het antwoord van het College, dat hij zakelijk en gemotiveerd vindt, terwijl een Fabrikanten kring de zakelijkheid van een College wel mag weten te waarderen. Al hetgeen op het verlanglijstje van de Fabrikanten kring staat is in het geheel niets nieuws voor de gemeen teraad, want daarin wordt over deze problemen reeds jaren gesproken en het gemeentebestuur wordt alleen geremd door het gebrek aan mogelijkheden om ze op te lossen. Een badhuis is niet meer doeltreffend. De nieuwe wo ningen worden van een badgelegenheid voorzien en de oude zullen er van voorzien moeten worden. En om de arbeiders te binden zou een douche aan het bedrijf veel beter zijn. De kwestie van de wijkhuizen is geen gemakkelijk pro bleem. Als men dergelijke wijkhuizen plaatst, ook in Soest dijk en in Soest-Zuid, dan moeten het, om in de behoeften van de bedrijven te voorzien, behoorlijke gebouwen zijn. Speeltuinverenigingen en anderen zullen van zo'n gebouw gebruik maken. Het zal voor het grootste deel alleen in de avonduren worden gebruikt en dan zullen de consequen ties door de gemeente zeer zeker voorlopig niet kunnen wor den aanvaard, Het College heeft moeilijkheden van de Fabrikanten kring volledig erkend en er aandacht aan besteed. Meer is niet mogelijk. De Raad moet dus het voorstel van de heer Oranje niet aanvaarden. Het heeft geen zin de tekst hier en daar te verzachten en er omheen te draaien. Het door B&W voorgestelde antwoord is zakelijk, zoals van de Raad mag worden verwacht. De heer SCHAAFSMA kan een groot deel van het betoog van de heer Oranje onderschrijven. In Soest heerst nog te veel een mentaliteit, die de betekenis van de industrie niet voldoende beseft. De samenleving moet rusten op twee grondpijlers: het agrarische bedrijf en de industrie. Toen spreker voor het eerst in de Raad kwam, waren er plannen voor een cultureel centrum. Men praat er niet meer over. Wat is daarvan de oorzaak? Dat men miskend heeft de eigen lijke basis, waarop de economie van onze tijd steunt: landbouw, veeteelt en Industrie. De laatste factor geldt ook voor Soest, maar spreker heeft de indruk, dat men dit niet ten volle wil erkennen. Als een machine van een klei ne ondernemer een beetje lawaai maakt, wordt er alarm ge slagen, omdat daardoor de mensen, die naar Soest zijn ge komen om er een rustig leventje te leiden, in hun rust worden gestoord. Maar wat is belangrijker: een industrie in de gemeente, die producten voortbrengt waarmede de ge hele wereld vooruitgaat en waardoor de algemene welvaart wordt bevorderd of dat Soest en Soestdijk een soort rente niersdorp worden, voornamelijk van mensen, die vóór de oorlog een inkomen van f. 1500.-- per jaar hadden en die hier een villaatje hebben gekocht? Spreker heeft hier alle respect voor, maar er vloeit een mentaliteit uit voort, die de industrie slechts schoorvoetend aanvaardt. - Spreker -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 542