- 3 -
25 Februari 19 54
comité, hoewel zeer geporteerd voor plaatsing van het monu
ment op Braamhage, niet is geporteerd voor de door de Raad
gekozen plaats. Het denkt zich het monument voor het tehuis
voor ouden van dagen, maar dat is onmogelijk. Het zou dus
heter zijn geweest, indien voor de vorige raadsvergadering
nog overleg met het comité zou hebben plaatsgehad over deze
concrete plaats op Braamhage. Met deze plaats zou het comité
dan niet accoord zijn gegaan, maar dit zou in het standpunt
van B&W geen verandering hebben gebracht. Het is mogelijk,
dat hierdoor een zekere geprikkelde stemming is ontstaan, of
schoon spreker gelooft, dat dit niet overdreven moet worden.
Bij een nadere bespreking met het comité is hem daarvan ook
niet gebleken, maar men heeft op zakelijke gronden betoogd,
het einde van de Prins Bernhardlaan een betere plaats voor
het monument te vinden. Omdat het comité het initiatief heeft
genomen tot het oprichten van een monument, heeft het ook
het volste recht zijn mening naar voren te brengen. Maar de
Raad zal op democratische wijze een uitspraak moeten doen
en dan betreurt spreker met de Raad het slot van de brief,
omdat dit slot niet democratisch is. De voorkeur van het
comité voor oen andere plaats komt niet voort - en dit
strekt het comité tot eer - uit een zekere geprikkeldheid,
maar uit een afwijkende opvatting over de beste plaats, een
opvatting welke afwijkt van die van B&W.
Overleg sou wel mooier zijn geweest, maar was niet
mogelijk, doordat spreker de plaats pas op de ochtend van de
raadsvergadering heeft kunnen uitzoeken.
Het is allereerst nodig de plaats te zoeken, die uit een
stedebouwkundig oogpunt en in het landschap als de beste kan
worden beschouwd. Het zou kortzichtig zijn die plaats dan
niet te kiezen, omdat de fundering iets zou kosten. De grond
op Braamhage brengt meer kosten mede dat de grond naast het
Raadhuis, maar het monument zal er eeuwen staan en wanneer
men een plaats eenmaal de beste acht, moet men er overheen
stappen, wanneer daaraan enige extra kosten zijn verbonden.
Het monument is gereed en betaald; de opbouw en de
fundering moeten nog worden betaald, maar er is nog geld
over
De heer A.P. HILHORST: Wij behoeven dus niet te ver
wachten, dat er nog een crediet zal moeten worden verleend,
nadat het reeds is besteed? Men dient er rekening mede te
houden, dat hot de Raad is, die het crediet verleent en dat
dit behoort te gebeuren voor het wordt uitgegeven.
De VOORZITTER zegt nog niet te weten, hoe hoog de kos
ten zullen zijn.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het, als er moet
worden geheid, een f. 500.zal kosten.
De heer SCHAAFSMA vraagt, of het thans op Braamhage
staande gebouw een fundering heeft en of zich daarin
scheuren vertonen.
De wethouder VAN ZADELHOFF meent, dat dit niets zegt.
Onder het te bouwen huis moet op verschillende plaatsen
wordengeheid en spreker verwacht, dat dit ook voor het
monument nodig zal zijn.
De brief wordt daarop aangenomen voor kennisgeving.