9 Februari 1955 26.
kantonrechter niet is gelukt.
Het College is tot de conclusie gekomen, dat weliswaar
moet worden gepoogd aan de thans "bestaande onwettige toestand
een einde te maken, maar dat dit niet geforceerd moet gebeu
ren.
De heer PIEREN zegt, dat de eigenaar, die volgens de
woorden van de Voorzitter de tegenwoordige toestand tien
jaar heeft toegelaten, nog slechts enige jaren eigenaar is.
Toen hij eigenaar werd, was er geen opslagplaats, maar een
eenvoudige schuur. Van harte hoopt spreker, dat het College
alles in het werk zal stellen om aan de thans bestaande on
wettige toestand een einde te maken.
De heer A.P.HILHORSTs Er is toch vergunning voor gege
ven?
De VOORZITTER zegt, dat dit niet het geval is. Er had
ook geen vergunning voor kunnen worden gegeven, omdat het in
strijd is met het uitbreidingsplan. Hetgeen de heer Pieren
heeft medegedeeld maakt de zaak voor Pul moreel zwakker,
want dan heeft hij de zaak gekocht toen het bedrijf er reeds
was
In de Van Maarenstraat was iets gebouwd zonder vergun
ning, tegen beter weten in en niet in oorlogstijd.
De heer A.P.HILHORSTs Hebben B&W geen datum gesteld,
waarop de schuur van de heer De Bruin moet zijn afgebroken?
De heer PIERENDie was gesteld op 1 Januari 1955.
De VOORZITTER zegt, dat het College er van was uitge
gaan, dat het nieuwbouw was van de laatste tijd. Gebleken is
echter, dat het een verandering was van iets, dat er al
stond. Daarom is er niet zo vreselijk streng de hand aan ge
houden.
De heer PIEREN vraagt, of er in de naaste toekomst een
mogelijkheid is, dat het bedrijf van de heer De Bruin wordt
verplaatst
De heer ORANJE zegt, dat de toestand verandert, wanneer
de heer Pul later pas eigenaar is geworden en wist hoe de
toestand was. De kern van de zaak is, of de eigenaar al dan
niet in zijn rechten wordt bekort. Is dit niet het geval, dan
legt spreker zich neer bij het voorstel van B&W.
De VOORZITTER zegt, dat de eigenaar het uitbreidings
plan mee heeft. Zou het uitbreidingsplan daar ter plaatse
een bedrijfsgebouw toestaan, dan zou de vergunning zijn ver
leend tegen de wil van de eigenaar, want bij het verlenen van
een dergelijke vergunning wordt geen rekening gehouden met een
interne kwestie tussen huurder en eigenaar.
Hierop wordt het schrijven voor kennisgeving aangenomen,
e. Schrijven van enkele bewoners van het Oude Grachtje om
aansluiting op de waterleiding met voorstel dit verzoek
in handen te stellen van B&W om prae-advies.
De heer ORANJE wijst er op, dat in de aanbiedingsbrief
staati ter afdoening.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Oranje gelijk heeft. Als
er geen geld aan te pas komt, zou het "ter afdoening" kunnen
zijn.
De heer ORANJE betwijfelt, of de negen handtekeningen wel
door negen verschillende personen zijn gezet. Hij weet daarom
niet, of het schrijven wel geheel serieus kan worden genomen
en verzoekt hiervoor de aandacht van B&W.
De heer A.P.HILHORST zegt geen schriftkundige te zijn,
maar wel te hopen, dat rekening wordt gehouden met de wense
lijkheid om de aansluiting zo spoedig mogelijk tot stand te
brengen.
- De -