25 Maart 1955 46.
De VOORZITTER wijst er op, dat het eigenlijk om twee
voorstellen gaat. Spreker "brengt eerst het voorstel tot aan
koop van grond in stemming, waartoe zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming wordt "besloten.
De Commissie van openbare werken en de Financiële
Commissie gaan accoord met het voorstel tot oprichting van
een autobusstation in Soest-Zuid.
De heer ORANJE zegt, dat het voorstel ook nog in de
Commissie van Grondbedrijf zou worden besproken. Het is van
belang, een oversteekplaats te projecteren van Het Handels
huis naar het autobusstation, door het parkje heen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
41Voorstel tot vaststelling van de voorschotten op de vergoe
ding ex art. 101 bis, lid 1, der Lager-Onderwijswet 1920 ten
behoeve van een aantal bijzondere scholen (1-613).
42. Voorstellen tot vaststelling van besluiten inzake het verle
nen van medewerking ingevolge art. 72 der Lager Onderwijswet
1920 aan
a. het bestuur der Vereniging "Een School met den Bijbel" te
Soest voor het aanschaffen van verduisteringsgordijnen ten
behoeve van een lokaal der school aan de;
1e. Prins Bernhardlaan Nr.11 (1-2709);
2e Driehoeksweg Nr. 16 (1-2710);
b. aan het RK.Schoolbestuur te Soest voor het aanschaffen
van schooimeubelen en leermiddelen ten behoeve van de
R.K. U.L.0.school wegens stijging van het aantal leerlin
gen (1-2717)
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig de volgnummers 41 en 42 besloten.
43. Voorstel om zich accoord te verklaren met het beschikbaar
stellen van een bedrag van circa ƒ.2.200,-- voor de verbete
ring van de acoustiek in het gymnastieklokaal behorende bij
de R.K.School te Soesterberg (1-621).
De heer ORANJE herinnert er aan, dat in de vergadering
van 9 Februari j.1. na een uitvoerige discussie door de Raad
is beslist overeenkomstig het toenmalige voorstel van het
College, geen ƒ.2.200,voor dit doel beschikbaar te stellen.
Deze beslissing is genomen met 13 tegen 5 stemmen. Krachtens
de formulering van B&W moest bij een zuivere toepassing van
artikel 72 der Lager Onderwijswet de gevraagde medewerking
worden geweigerd.
Thans komt het College desondanks met het omgekeerde
voorstel.De motivering voor deze veranderde houding is;
a. in verschillende gemeenten worden voor goede acoustiek
nog hogere bedragen beschikbaar gesteld;
b, de schulderkenning van het schoolbestuur.
Waar is nu de zuivere toepassing van artikel 72 der
Lager Onderwijswet gebleven? Waar is het zuivere standpunt
van het College gebleven, dat de schoolbesturen van de bijzon
dere scholen zelf verantwoordelijk blijven voor de wijze waarop
de verstrekte gelden worden besteed en dat schade, ontstaan
door een onjuiste aanwending dier gelden, niet op de gemeente
kan worden verhaald?
Is het College zich er van bewust, dat het zijn eigen
vorige advies met dit nieuwe advies waardeloos maakt? En op
welke waarde moet de Raad nu dit nieuwe advies aanslaan?
Zelfs wanneer spreker er op vertrouwt, dat bij andere
gemeenten is nagegaan, welke bedragen voor goede acoustiek
zijn uitgegeven, is dit dan een argument om op een vorige be
slissing terug te komen? Overtuigend is het zeker niet.
- Yan -