25 Maart 1955
49.
crediet valt geheel "binnen het totaal van het vroeger
verleende orediet. Het College meende er echter goed aan
te doen, de Raad de gelegenheid te geven, zich opnieuw
over een en ander uit te spreken, nu deze kwestie reeds
eerder zo uitvoerig in de Raad is besproken. Op deze wijze
kunnen tevens eventuele misverstanden worden recht gezet.
Sinds de vorige raadsvergadering is de lucht ook op
geklaard. Toen was de Raad niet zeker over de vraag, waar
de verantwoordelijkheid lag. Thans is de situatie echter
duidelijk en achteraf is gebleken, dat - ook voor de gemeen
te - van een bepaald financieel nadeel niet kan worden ge
sproken. Had de architect in zijn begroting opgenomen ƒ.4000,-
voor acoustisch materiaal, dan had noch de bouwkundige
inspecteur, noch de gemeente daarop aanmerking kunnen maken.
Nu wordt een aanvullend crediet gevraagd van ƒ.2.200,
zodat het nadeel niet erg groot kan zijn. Onder artikel 72
van de Lager Onderwijswet vallen ook de uitgaven voor op
acoustisch gebied aan gymnastieklokalen te stellen eisen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
44. Voorstel tot intrekking van het besluit d.d. 26 November
1 954 inzake toekenning van bijdragen in de door het onderwij
zend personeel van de Groen van Prinstererschool te volgen
vernieuwingscursussen, uitgaande van het Christelijk Paeda-
gogisch Studiecentrum (1-616).
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
45. Voorstel tot vaststelling van een verordening, regelende
het toekennen van een penning voor natuur-, landschaps- en
stedelijk schoon der gemeente Soest IAD-61 9/2731
De VOORZITTER deelt mede, dat het College na over
leg met de Schoonheidscommissie voorstelt, artikel 5 van de
verordening als volgt te doen luiden?
"Van elke toekenning zal op een door B&W te bepalen wijze aan
tekening worden gehouden."
Zou, zoals oorspronkelijk werd voorgesteld, aantekening
worden gehouden in het Ereboek der gemeente Soest, dan zou
er ten onrechte uit kunnen worden afgeleid, dat iemand die
de penning krijgt een soort ereburger van Soest is geworden.
Aanvankelijk dachten B&W; Wij hebben het Ereboek nu eenmaal,
het is dus wel gemakkelijk ook van het toekennen van de nieu
we penning in dit boek aantekening te houden. Het College is
deze mening echter niet meer toegedaan, omdat aan opneming
in het Ereboek conclusies worden verbonden, die er in dit
geval niet aan moeten worden verbonden.
Mevrouw LANDWEER-de Visser heeft met groot genoegen
kennis genomen van het voorstel. Zij heeft vooral artikel 4
bekeken en verheugt zich over de toevoeging er van aan de
verordening. Zij kan niet zeggen, dat er in Soest veel
monumentale gebouwen of door mensen aangelegde landelijke
streken zijn, die het uitreiken van de penning zouden recht
vaardigen. Dank zij artikel 4 is het nu ten minste mogelijk,
jaren te laten voorbijgaan zonder dat de penning wordt uitge
reikt. Leze is immers van heel groot belang en behoort
slechts in handen te komen van hen, die in hun branche iets
bijzonders hebben gepresteerd. Lichtvaardig dient zij dus
niet te worden uitgereikt.
Le VOORZITTER zegt, dat het inderdaad niet in de bedoe
ling ligt, beslist ieder jaar de penning uit te reiken, doch
dat deze wordt bewaard voor prestaties, die boven het normale
liggen. Laarbij is niet zozeer gedacht aan iemand, die een
- monumentaal -