27 Juni 1955 73* Hij gelooft niet 5 dat de Hoofdingenieur-Directeur de juiste man is om in een dergelijke functie de leiding in handen te hebben. Dat bij de kwestie van de versiering van de Rijksweg een ondergeschikte van de Hoofdingenieur-Directeur een rol heeft gespeeld, is een interne kwestie van de Rijkswaterstaat. Spreker kent niemand anders die hiervoor verantwoordelijk is, dan de Hoofdingenieur-Directeur en er kan ook niemand anders voor verantwoordelijk worden gesteld. Het zou niet aangaan van sprekers kant te zeggenhet is niet de Hoofdingenieur-Direc teur, maar de onderdirecteur of een opzichter geweest. Dat zijn interne kwesties die hem niet raken. Verder geeft de toelichting van de wethouder spreker geen andere aanleiding dan om er nog eens de aandacht op te vestigen, dat van de zijde van B&W de grootst mogelijke zelfbeheersing en de grootst mogelijke tegemoetkomendheid zijn betracht. Het College verdient daarvoor alle lof, maar deze lof werpt de cri- tiek dubbel op de Rijkswaterstaat. De heer SCHAAFSMA heeft met grote belangstelling het be toog van de heer Oranje aangehoord. Voor zover dit betoog zake lijk was, is hij er vatbaar voor en kan hij het in grote lijnen onderschrijven. In het betoog van de heer Oranje zijn echter enkele kwalificaties en diskwalificaties gebezigd, waarvan spre ker zich persoonlijk wenst te vrijwaren. Hij gelooft niet, dat dit de juiste manier is om een doel te bereiken en om een goede verstandhouding tot stand te brengen. Met genoegen heeft hij een behoorlijk onderscheid opgemerkt tussen het betoog van de heer Oranje en dat van de wethouder. De wethouder heeft niets prijsgegeven van het standpunt van de gemeente, maar hij heeft toch zijn woorden altijd met de vereiste ambtelijke reserve weten te pl aa tsen. Hoewel spreker het met de strekking van het betoog van de heer Oranje wel eens is - hij zegt niet met alle details - gelooft hij niet, dat dit de juiste methode is. Hij vraagt zich bovendien af, of het de roeping van de Raad is om het op de wijze te zeggen, zoals de heer Oranje het heeft gedaan. Hij ge looft, dat men de hoffelijkheid altijd in acht moet nemen en zijn eventuele klachten op de juiste plaats moet indienen. Alles wat naar agitatie zweemt, moet zo lang mogelijk worden vermeden. De VOORZITTER merkt op, dat uit deze affaire blijkt, dat er wel fouten zijn gemaakt. Deze zijn thans even in het licht gesteld. Men moet daar echter ook weer niet te zwaar tegenaan kijken, want iedereen maakt wel eens fouten en wie in het open baar zijn werk verricht, diens fouten komen direct in de pu blieke belangstelling te staan. Zo iemand is veel kwetsbaarder dan iemand die niet in het openbaar werkt en die misschien veel meer fouten maakt zonder dat de aandacht er op wordt gevestigd. Op het ogenblik is het onze taak - zo zegt spreker - om te trachten dat die fouten niet meer gemaakt worden en om verder te gaan met op de beste manier de belangen van de gemeente te behar-tigen. Het gemeentebestuur is zeer aangewezen op de Rijks waterstaat, zowel voor Soest als voor Soesterberg. Spreker is er van overtuigd, dat zowel de Rijkswaterstaat als het gemeen tebestuur prijs stellen op een goede samenwerkingHet College zal zich bij het verder werken baseren op deze aanwezige goede wil, die misschien wel eens verduisterd mag zijn geweest door de gemaakte fouten. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 198