- 27 Juni 1955 87.
jaar geleden aan de vorige huurder is ontnomenomdat de heer
Smink het moest hebben. Wanneer het terrein hem al is gegeven
en hij erop bouwt, waarom wordt de verkoop dan nu pas aan de
Raad voorgelegd? Óf kan deze briefschrijver niet ernstig wor
den genomen?
De heer VAN WELY zegt, dat in de Financiële Commissie
niemand hem van de situatie op de hoogte heeft kunnen stellen.
Hij heeft vernomen, dat het fabriekspand reeds is gebouwd en
reeds in gebruik is genomen, Hoe zit dat? Indien B&W iemand
vergunning geven om een fabriek te stichten op grond, die hem
nog moet worden overgedragen, waar blijft dan de waarde van een
besluit van de Raad?
De wethouder VAN ZADELHOFE zegt, dat hij de brief van
deze man, die hem ook al eens een vieze anti-roomse brief
heeft geschreven, het liefst niet zou beantv/oorden. Daar er
echter een fout is begaan, zal hij dit toch doen, want de
Raad heeft recht te weten, hoe de zaak in elkander zit.
Er is reeds meermalen over het bedrijf gesproken en de
algemene gedachte was, dat de heer Smink moest worden geholpen.
Met hem is in den brede besproken, of het niet verstandiger
was het bedrijf te verplaatsen naar het industrieterrein, maar
dit is niet doorgegaan. De heer Smink heeft daarop een
architect opdracht gegeven een plan uit te werken van hetgeen
op deze grond zou kunnen worden gebouwd. Het is voor een archi
tect zeer moeilijk iets uit te breiden, dat aesthetisch ver
antwoord is. Het is de eerste keer mislukt. In de Schoonheids
commissie heeft spreker voorgesteld de architect een plan te
laten maken voor een totale verandering van het aanwezige
pand. Het nieuwe plan is door de Schoonheidscommissie geaccep
teerd. Een tekening van hetgeen van dit plan zou worden uitge
voerd, die niet naar de Schoonheidscommissie behoefde, omdat
zij conform het totale plan was, moest door Gemeentewerken
worden afgewezen, omdat enige uitsteeksels buiten de rooilijn
kwamen. Uiteindelijk is het plan goedgekeurd. Toen moest de
bouwvergunning worden verleend. De grond was nog niet aan hem
overgedragen. Hij heeft op deze grond gebouwd. Hij ontdekte
het later en spreker wist het niet, maar wil zich hierachter
niet verschuilen. Hij gelooft, dat hij gezegd zou hebbens Ga
maar door, je hebt al zo lang gewacht en de raad heeft op een
oplossing aangedrongen. Misschien zou hij erbij hebben gezegds
Denk er aan, dat er enig risico in zit, want de Raad zou het
plan niet kunnen aannemen.
Mevrouw LANDWEER-de Visser betreurt het, dat hetgeen
de wethouder thans heeft medegedeeld niet in de stukken is
opgenomen, want het is niet prettig voor een raadslid, wanneer
hij moet medewerken aan de verkoop van grond, waarop al ge
bouwd wordt. Door te zeggen, dat hij, als hij het had geweten,
er zijn sanctie aan zou hebben gegeven, haalt de wethouder de
Raad een beetje naar beneden, want nu wordt gezegds B&W hebben
het reeds voor elkander, er wordt al gebouwd en de leden van
de Raad hebben maar "ja" te zeggen. Indien zich voortaan weer
iets dergelijks mocht voordoen, hoopt spreekster, dat de Raad
zal worden ingelicht. Indien dit nu was gebeurd, zou de Raad
zich niet op het standpunt hebben gesteld, dat het niet in de
haak is. Maar het is voor de raadsleden niet prettig een brief
te krijgen, zoals verschillenden van hen nu hebben ontvangen.
- Dat -