94
12 Augustus 1955
van de heer Van Wely - het gevoel, dat het thans meer de
bedoeling is te spreken voor de publieke tribune enz. dan
om de zaak in haar ware proporties te behandelen. Het is de
gewoonte bepaalde kwesties eerst in de desbetreffende commis
sie te bespreken en wanneer men daar niet bevredigd is, komt
men ermede in de Raad, In het onderhavige geval is echter
de eerste ronde overgeslagen.
Spreker is van oordeel, dat wanneer een bepaalde zaak
haar afsluiting heeft gevonden, het beter is daarna geen
oude koeien uit de sloot te halen. De meeste sprekers van
hedenavond schijnen er echter anders over te denken. De heer
Van Wely heeft een buitenlandse uitdrukking gebruikt. Spre
ker zou hem als wederwoord willen toevoegen, dat men van de
kant van de voorstanders van de heer Van Tuijl moet tonen een
"good loser" te kunnen zijn. Met het hedenavond door de meeste
sprekers gedebiteerde is geen enkel belang gediend, noch dat
van de heer Van Tuijl, noch dat van het nieuw benoemde hoofd,
en noch dat van het openbaar onderwijs. Daarom is het te be
treuren, dat men heeft gemeend te moeten nakaarten.
De afwezigheid van de heer Van Andel heeft op de uit
slag van de stemming geen invloed gehad.
De heer Oranje heeft het beleid van het College bespro
ken, maar het is gebruikelijk het beleid van B&W omtrent
afgedane zaken bij de begroting te behandelen.
Volgens de heer Oranje zou de school aan de Beetzlaan
gedesorganiseerd dreigen te geraken doordat de oudercommissie
is afgetreden. Spreker wil zich niet verdiepen in de argumen
ten of overwegingen van de leden van de oudercommissie of van
degenen die hun hebben geadviseerd af te treden - het is hem
niet allemaal duidelijk -, maar wanneer hedenavond een onder
wijzer aan de Beetzschool wordt benoemd, is het onderwijzend
personeel er weer voltallig en of de school gedesorganiseerd
zal zijn, zal slechts afhangen van de wijze, waarop dit perso
neel zijn taak vervult. Het is de vraag of de ouders niet een
nieuwe oudercommissie zullen benoemen. Zij hebben uit te maken
of zij met deze school in zee willen gaan en wanneer dit het
geval is, zullen zij ongetwijfeld het orgaan kiezen dat bij de
wet mogelijk is gemaakt, namelijk een oudercommissie. En het
onderwijzend personeel zal, na alles wat er is geweest, de
school zeker op gang trachten te helpen.
Spreker merkt de heer Oranje nog op, dat hij geen behoeft
gevoelt aan rehabilitatie, daar voor hem vaststaat, dat hij
zich niet heeft geblameerd.
De VOORZITTER wijst er op, dat alleen aan de orde is het
ontslag van de heer Van Tuijl, aan welke kapstok door enkele
leden echter iets meer is opgehangen. De heer Oranje heeft
zelfs de gehele procedure van April ter tafel gebracht. De
heer Oranje heeft daarbij geprobeerd spreker uit zijn tent te
lokken, doch deze gaat op het gesprokene niet in. Hoewel
spreker er de heer Van Wely op attent heeft gemaakt, toen
deze dreigde te ontsporen, heeft hij hem en ook de volgende
sprekers toch aan het woord gelaten, omdat hij het goed heeft
geacht, hun hun hart te laten luchten, maar hij wil niet in
dezelfde fout vervallen, want dan sou men tegen hem het beken
de "de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet" kunnen aanvoe
ren.
Mevrouw MHDWEER-de Visser merkt op, dat de heer De Haan
zelf in de Onderwijscommissie het ontslag van de heer Van Tuijl
niet aan de orde heeft gesteld. Het is daarom begrijpelijk,
dat de leden er niet over hebben gesproken.
- De heer -