29 September 1955 -
- 130.
kunnen ontstaan, doordat de gemeente nog een aantal jaren
aan het huurcontract vast zit, nadat de Rijksgebouwendienst
het pand niet meer nodig zou hebben.
De VOORZITTER meent, dat de huur te allen tijde kan
worden opgezegd. Bovendien zal de eigenaar er prijs op
stellen, dat de overheid het gebouw verlaat. In dit op
zicht zullen zich dan ook geen moeilijkheden voordoen.
Mevrouw LANDWEER-de Visser herinnert er aan, dat er
een kwestie was tussen de eigenaar en de gemeente over de
huur van het pand Steenhoffstraat 5. Is dit nu geregeld?
De VOORZITTER deelt mede, dat er omtrent de huur van
dit pand een procedure aanhangig is bij de kantonrechter.
De beslissing is nog niet gevallen.
Hierop wordt het voorstel om in het pand Steenhoff-
straat 7 twee kamers te huren voor 26,85 per maand
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
163. Op voorstel van de Voorzitter wordt voorts zonder
hoofdelijke stemming besloten een crediet van 400,
beschikbaar te stellen om voorzieningen aan te brengen
in het pand Steenhoffstraat 7.
164. Verder wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
het gehele pand Steenhoffstraat 5 aan de Rijksgebouwendienst
te verhuren voor 60,per maand.
165. De VOORZITTER doet mededeling van nog een nagekomen
voorstel, dat betreft het verlenen van een zakelijk recht
in verband met een door de P.U.E.M. te leggen kabel in de
Dorresteinweg en de Laanstraat. Hiervoor zullen de gebrui
kelijke voorwaarden worden gesteld.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
166. Rondvraag.
De heer VAN WELY merkt op, dat de Raad hedenavond
wederom bouwgrond heeft verkocht aan de Foekenlaan. De
mensen die daar reeds wonen klagen steen en been over de
in deze buurt heersende duisternis. Er schijnt daaromtrent
een adres aan de gemeente te zijn gezonden, dat spreker
bij de ingekomen stukken heeft gemist.
De VOORZITTER zegt, dat dit dan een brief moet zijn
geweest, die in ieder geval niet aan de Raad, doch aan
B&W is gericht.
De heer VAN WELY vraagt, of er aandacht aan het ver
zoek zal worden geschonken.
De VOORZITTER zegt, dat deze kwestie nog niet in het
College is behandeld. Hij kan hierover dan ook geen enkele
mededeling doen. Het gemeentebestuur moet er echter voor
waken niet de weg op te gaan om overal waar men klaagt
maar een lantaarn te plaatsen. Er moet ten aanzien van de
verlichting volgens een systeem te werk worden gegaan. De
gemeente tracht op het ogenblik de achterstand op het ge-__
bied van de straatverlichting langzamerhand in te halen. Er
wordt begonnen met de wegen, waar het meeste verkeer is en
waar dus het grootste aantal mensen van verbetering der ver
lichting kan profiteren. Pas later komen de wegen met minder
verkeer aan de beurt.
De heer BÏÏTZELAAR merkt op, dat bij de behandeling
der ingekomen stukken een schrijven van W. Bosman, Oude
- Grachtje -