-- 28 oktober 1955 -- 135*
wij niet.
Spreker is niet van mening, dat alle sterke-drankgebruik abso
luut verboden moet worden. Hij ziet het grootste kwaad echter in de
openbare drankverkoop in het klein. Er is gelegenheid om drank in de
winkel te kopen. Laat men die dan thuis opdrinken.
Uit het tegenwoordige drankgebruik spruit een morele inzinking
van ons volk voort. Spreker wil niet werken met afschuwwekkende
voorbeelden als hetgeen enige tijd geleden in Den Haag is geschied.
Hij wil de zaak van principieel standpunt bekijken. Men moet streven
naar verheffing van het morele peil van ons volk. Daarom is het door
en door noodzakelijk, dat de drankverkoop in het klein wordt beperkt
en zeker niet Y/ordt uitgebreid.
B&W zijn van oordeel, dat in het gedeelte der gemeente, waar de
voetbalwedstrijden worden gespeeld, wel een paar vergunningen mogen
komen. De voetballers zelf moeten zich met het oog op hun training
echter van sterke drank onthouden. B&W zeggen dus eigenlijk: De spelers
mogen niet drinken, maar voor de bezoekers der wedstrijden moet in de
buurt toch gelegenheid zijn om sterke drank te kunnen drinken. Is deze
redenering niet een beetje tegenstrijdig? Het voorstel van het college
om in een bepaald gedeelte der gemeente er twee vergunningen bij te
geven acht spreker helemaal onaannemelijk.
Om meer dan een reden zal hij dan ook tegen deze voordracht
stemmen.
De heer CLEMENS gelooft, dat elk raadslid scherp afwijzend zal
staan tegen drankmisbruik. De heer Schaafsma heeft de zaak echter wel
wat erg aangedikt. Door drie vergunningen meer in een plaats van
ruim 25.000 inwoners zal het drankmisbruik niet worden bevorderd. Het
tegendeel zal waarschijnlijk het geval zijn. De heer Van Wely heeft
immers enige jaren geleden medegedeeld, dat de clandestiene verkoop
van drank in de gemeente zo groot is. Spreker gelooft dan ook niet,
dat er in Soest door vermeerdering van het aantal vergunningen met
drie, één borrel meer zal worden gedronken dan thans.
Bovendien is hij het volkomen met B&W eens, dat vermeerdering van
het aantal vergunningen van grote betekenis is voor het vreemdelingen
verkeer. Voor de restauranthouders vooral is het van belang, dat zij
wanneer er een bus met toeristen komt, deze vóór het diner een aperi
tief kunnen laten gebruiken. Anders zullen de bussen doorrijden naar
een restaurant waar men wel een borrel vóór het eten kan krijgen.
Spreker gaat volkomen akkoord met het voorstel.
Mevrouw POLET-Musler denkt in tegenstelling tot de heer Clemens
niet zo licht over drankgebruik. Ieder misbruik is immers eerst
gebruik geweest. De echte verslaafde alcoholisten, die vroeger veel
vuldig voorkwamen, bestaan thans mede door het werk van de verschil
lende consultatiebureaux zo goed als niet meer. Uit de cijfers blijkt
echter, dat het drankgebruik in vergelijking met vóór de oorlog weder
om ontzettend is toegenomen. De drinkgewoonte is veel sterker dan
vóór de oorlog. Toen was het in de gezinnen gebruikelijk bij verjaar
dagen en oudejaar iets te drinken. Thans heeft men het gevoel niet mee
te doen, wanneer men bij een gewone visite niets onder de kurk heeft.
Dit is een gewoonte die funest is. Daar dit in de gezinnen geschiedt,
moeten de mensen het echter voor hun eigen verantwoording nemen.
De heer Clemens heeft deze voordracht verdedigd met te zeggen,
dat het van belang is, dat toeristen, die met een bus komen, alcohol
kunnen krijgen. In gelegenheden waar veel toeristen, voorbijgaande
bezoekers, komen, levert het schenken van sterke drank naar spreek
sters oordeel evenwel juist een ontzettend gevaar op in verband met
de verkeersveiligheid. Zij denkt daarbij nog niet eens aan alcoholmis
bruik, waardoor iemand totaal onbekwaam is om achter het stuur te
zitten. Maar een ieder weet, dat elk gebruik van alcohol aan de ene
- kant -