- 28 november 1955 - 160.
het I,Z.A., dat bijna 600 gemeenten omvat, veroordeelt de
regeling "Haarlem''. In Haarlem hebben bijzondere politieke
factoren tegen de belangen van de gemeente-ambtenaren gewerkt,
¥/aardoor het kon gebeuren, dat de regeling hun werd opgedrongen.
In het voorstel van B&W met de aanbevelingen is geenszins
aangetoond, dat de Soester ambtenaren hun eigen belangen niet
voldoende zouden inzien. De raad mag hen daarom niet de door
B&W voorgestelde regeling opdringen. Integendeel. Afgezien van
het feit, dat de voorstanders van het I.Z.A. zich in goed ge
zelschap van 500 600 andere gemeenteraden bevinden, is de
weerlegging van het voorstel van B&W in het betoog van het
Georganiseerd Overleg zodanig overtuigend, dat de raad de
plicht heeft de door het college voorgestelde regeling te
verwerpen en vervolgens te stemmen voor het I.Z.A,
Be heer R.HILHORST merkt op, dat het voorstel van B&W de
afgelopen weken nogal wat stof heeft doen opwaaien. Om misver
standen uit de weg te ruimen is het goed een overzicht te
geven van hetgeen er eigenlijk aan de hand is. In 1952 heeft
het Centraal Orgaan - het orgaan van gemeenschappelijk overleg
inzake gemeentepersoneelsaangelegenheden - een rapport gepu
bliceerd, waarin het aansluiting door de gemeenten bij de
I.Z.A.'s voorstond. Het Centraal Orgaan zal dit rapport zeker
hebben uitgebracht na een behoorlijke bestudering van de
materie. Daarna hebben de ambtenarenorganisaties aan het
college van B&W te Soest verzocht met een regeling te komen
voor aansluiting bij het I.Z.A. In de eerste vergadering van
het Georganiseerd Overleg over deze kwestie bleek reeds, dat
de standpunten lijnrecht tegenover elkander stonden; het
college wilde niets van het I.Z.A. weten, terwijl de organi
saties het I.Z.A. als de enig mogelijke en goed functionerende
ziektekostenregeling voor de ambtenaren beschouwden. Na deze
vergadering heeft het geruime tijd geduurd, voordat het colle
ge met een andere ziektekostenregeling kwam. Uiteindelijk zijn
B&W met de "Haarlemse" regeling gekomen. Daarover is weer het
Georganiseerd Overleg bijeen geweest. Naar sprekers oordeel
was dit overbodig, omdat de standpunten toch reeds vaststonden.
De wet schrijft een dergelijke vergadering echter voor. De or
ganisaties bleven bij hun principiële bezwaren, terwijl het
college de hardnekkige wil toonde om in ieder geval niet aan
de raad voor te stellen tot de I.Z.A.-regeling te besluiten.
Spreker erkent, dat het college volledig het recht heeft om
tegen het advies van het Georganiseerd Overleg in een bepaalde
regeling aan de raad voor te leggen. Hij betwijfelt echter, of
dit verstandig is. Het Georganiseerd Overleg is geregeld in de
Ambtenarenwet van 1929. Daarmede erkende de wetgever, dat de
vakorganisaties de aangewezen organen zijn om de belangen van
de ambtenaren te verdedigen. De wetgever was er klaarblijkelijk
van overtuigd, dat de vakorganisaties daartoe in staat waren,
over de middelen daarvoor beschikten en de daarvoor benodigde
kennis onder de knie hadden. Aan de andere kant werd door de
instelling van het Georganiseerd Overleg voor de leden van de
gemeenteraden de mogelijkheid geschapen om ten aanzien van de
vaak zeer moeilijk te overziene regelingen voor ambtenaren
over deskundige adviezen te beschikken.
In het Georganiseerd Overleg stonden alle organisaties
zonder uitzondering als één man in hun bezwaren tegen de door
het college voorgestelde regeling. Er is gesuggereerd, dat de
- rooms -