- 28 november 1955 -
165.
organisaties er unaniem op aandringen, dat de gemeente zal
toetreden tot het IZ.A.-UtrechtGedurende diezelfde jaren
is het college die toetreding tegengegaan, omdat een andere
regeling voor de ambtenaren beter werd geacht. Bij herha
ling heeft het college met de ambtenarenorganisaties in
het Georganiseerd Overleg over deze zaak gediscussieerd.
Het resultaat van deze vierjarige strijd is, wat het Geor
ganiseerd Overleg betreft, het eenstemmige oordeel van
deze commissie, dat de IZ.A-regeling de voorkeur verdient.
Het college is er dus niet in geslaagd de ambtenaren en de
van de commissie deel uitmakende raadsleden te overtuigen
van de voordelen van datgene wat het college voorstaat. De
ambtenaren zijn er evenmin in geslaagd het college te
overtuigen van het meer wenselijke van de IZ.A.-regeling.
Het college houdt voet bij stuk en stelt de raad voor te
besluiten tot aansluiting, naar het voorbeeld van Haarlem,
bij het Bureau Collectieve Ziektekostenverzekering Ambte
naren te Amsterdam.
Spreker betreurt het in hoge mate, dat het Georgani
seerd Overleg niet tot overeenstemming heeft kunnen leiden
en dit ondanks het feit, dat ook de betrokken raadsleden
geen moment aan de zijde van het college hebben gestaan.
Het spreekt vanzelf, dat hij respect heeft voor de over
tuiging van het college. Het spreekt evenzeer vanzelf, dat
hij waardering kan hebben voor een zekere vasthoudendheid
aan eigen overtuiging. Maar toch vraagt hij zich af, of
het niet juister zou zijn geweest, wanneer het college
tegenover een zo grote en zo overtuigde eenstemmigheid een
soepeler houding had aangenomen. De goede verhoudingen met
het gehele ambtenarencorps zijn er bij betrokken. Ook het
handhaven van die goede verhoudingen valt binnen de ver
antwoordelijkheid, althans binnen de medeverantwoordelijk
heid van het college. Het zou de positie van het college
zeker niet hebben geschaad, wanneer daar meer rekening
mede was gehouden dan thans.
De raad staat nu voor de keuze de ambtenaren overeen
komstig de resultaten van het Georganiseerd Overleg gelijk
te geven tegenover het college, dan wel het college gelijk
te geven tegenover de ambtenaren tegen de resultaten van
het Georganiseerd Overleg in. Het was de taak van het
college als leidend orgaan geweest om dat te voorkomen.
Spreker beschouwt het als een groot geluk en bijzonder
te waarderen - en hij stelt er prijs op dit uit te spreken
voordat de beslissing gevallen is dat niet getwijfeld
behoeft te worden aan de loyaliteit van het ambtenarencorps,
wanneer de raad tegen de wensen van de ambtenaren mocht
beslissen. Hij spreekt met erkentelijkheid bij voorbaat
tevens het vertrouwen uit, dat het college even loyaal zal
zijn, als de raad zich voor de I.Z,A.-regeling mocht uit
spreken.
In de vergadering van de commissie van Georganiseerd
Overleg, die spreker als waarnemend lid mocht meemaken,
is hij dermate onder de indruk gekomen van de stelligheid,
waarmede alle ambtenarenorganisaties zich unaniem en zon
der enige aarzeling uitspraken voor de I.Z.A.-regeling,
dat hij meent, dat de „raad bijna verplicht is hen die te
geven. Alleen wanneer deze regeling zodanige offers van
de gemeente zou vergen boven elke andere aanvaardbare re
geling, dat hier uit financiële overwegingen een veto op
- zou -