- 28 november 1955 -
168.
Dat volle tevredenheid zou heersen over de I.Z.A.'s is
kwestieus. Alleen het aantal doet het in dit geval niet.
Volgens de heer Van Andel is Haarlem oen uitzondering. Dit is
niet geheel juist. Ook Amsterdam, Rotterdam, Leiden en Apel
doorn hebben niet tot het I.Z.A. willen toetreden. Deze ge
meenten hebben daarvoor ook heus wel hun argumenten gehad. Men
kan deze zaak niet eenvoudigweg afdcen door te zeggen, dat
Haarlem door bijzondere omstandigheden tot een andere regeling
is overgegaan.
Ook spreker heeft de laatste tijd vernomen, dat er pro
vincies zijn, waar het I.Z.A. niet met tekorten werkt. Cijfers
daaromtrent heeft hij echter niet gezien. Het is merkwaardig,
dat hem wel cijfers hebben bereikt van I.Z.A.'s met grote te
korten, doch niet van I.Z.A.'s die overschotten hebben. Hij
hoopt echter spoedig nadere gegevens te ontvangen, want hij is
wel zo reëel om deze cijfers dan objectief te bekijken.
Spreker vermoedt, dat het streven om te komen tot een
landelijke samenwerking van de I.Z.A.'s nog wel enige tijd
streven zal blijven zonder werkelijkheid te worden. Men blijkt
hiervoor een beetje benauwd te zijn. In Noordholland was men
zelfs reeds beducht om Amsterdam in het I.Z.A. op te nemen, want
dat werd zo duur. Van de solidariteit blijft er dan dus niet
veel over.
De heer Van Andel heeft opgemerkt, dat er ook sombere be
rekeningen zouden zijn te maken van de door het college voorge
stelde regeling, doch hij heeft deze berekeningen niet gegeven.
Voorshands zal spreker deze opmerking dus maar voor kennisge
ving aannemen.
Of nergens tegen de wil van het Georganiseerd Overleg
wordt opgetreden, kan spreker niet beoordelen. Wel weet hij, dat
in verschuilende plaatsen de I.Z.A.-regeling zelfs in het
geheel niet aan de orde wordt gesteld.
Sterk moet spreker ontkennen, dat de democratie bij dit
vraagstuk in het geding is. Inderdaad moet het gemeentebestuur
voor rechtvaardige verlangens van de ambtenaren de oren niet
dir.ht houden. Wanneer echter het gemeentebestuur als werkgever
ten opzichte van/buitengewoon technische kwestie op goede ^een
gronden een ander standpunt meent te moeten innemen dan het
Georganiseerd Overleg, heeft het zeer zeker het recht dit tot
uitvoering te brengen. Y/anneer men daar de democratie bijhaalt,
gaat men demagogie bedrijven en dat moet men hierbij nu
niet hebben. Het heeft geen zin deze zaak, waarover reeds zo
veel te doen is geweest, op een dergelijke wijze in een onjuist
daglicht te zetten.
In tegenstelling tot de heer R.Hilhorst is de meerderheid
van het rollege van oordeel, dat het in 1952 gepubliceerde
rapport van het Centraal Orgaan niet getuigt van voldoende be
studering. Met name de daarin gemaakte financiële opzet is zeer
sterk te bestrijden. Dit blijkt reeds uit de grote tekorten van
het I.Z,A.-Limburg, welk instituut als basis voor het rapport
heeft gediend.
Spreker moet de bewering van de heer R.Hilhorst bestrijden,
dat de ambtenarenorganisaties in deze zeer gespecialiseerde
materie voldoende inzicht hebben. Het betreft hier namelijk een
zeer ingewikkeld terrein, waarmede in Nederland slechts bijzon
der weinig mensen volledig op de hoogte zijn. Zelf als men jaren
lang in deze "branche" zit, komt men dagelijks aan kennis tekort.
- Wanneer