- 28 november 1955 - 171 Het college neemt een ander standpunt in dan het Georgani seerd Overleg, maar heeft dit zeker niet genegeerd. De goede verhouding tot de ambtenaren behoeft hier niet in het geding te komen. De vraag is slechts, wie zich de beste verliezer kan tonen en spreker gelooft, dat dit zowel met het college als met de ambtenaren het geval is. Het college heeft ook financieel sterke bedenkingen tegen de IZ.A-regeling. De moeilijkheid is, dat de ge vallend wat de financiële kant betreft individueel liggen en dat men niet met gemiddelden kan werken. De heer Clemens meent, dat de eigen regeling duurder zal zijn. Het gaat voor het college niet om de vraag, of de gemeente iets meer betaalt, maar om de vraag of de gemeente en ambtenaren tezamen meer moeten betalen. Bij het bedrag voor het I.Z.A. moet het bedrag aan franchises worden opge teld, dat door de ambtenaren moet worden betaald. Dit bedrag is bij het I.Z.A. hoger dan bij de door B&W voorge stelde regeling. Zeker 60$ van de mensen zal in de zieken fondsen blijven en geen franchises hebben te betalen. Dat de premie in Soest hoger is dan in Haarlem houdt verband met het hogere kindertal in Soest. Yoor de hogere ambte naren is de premie hoger, omdat zij meer kinderen hebben. Spreker begrijpt niet, waarom het stuk van B&W - gelijk mevrouw Landweer heeft gezegd - de zaak niet in het juiste licht zou stellen. B&W hebben slechts gebruik kunnen maken van de gegevens, waarover zij bij het opstellen van het stuk beschikten. Daarna pas heeft spreker vernomen, dat er ook I.Z.A.'s met een overschot zijn. De ziekenfondspatiënten krijgen niet alleen de goed kope:. medicijnen, maar al datgene wat medisch noodzakelijk is. Mevrouw Landweer is op dit punt wel zeer tendentieus geweest. De ziekenfondsen staan terecht op het standpunt, dat het niet hun taak is de farmaceutische fabrieken van hun merkproducten af te helpen. Wanneer op goedkopere wijze medicijnen van dezelfde samenstelling kunnen worden gemaakt, is er geen enkele reden de dure merkartikelen te betrekken. De heer Van Wely meent, dat medezeggenschap in het bestuur een garantie is voor een goed beheer. Spreker weet niet wat men onder "goed beheer" verstaat. Bij het I.Z.A. in Limburg zijn 3300 ambtenaar aangesloten tegen 5500 aan geslotenen in Gelderland en in deze laatste provincie is het tekort dienovereenkomstig hoger. Het ziekterisico, waarover de heer Schaafsma heeft ge sproken, staat buiten deze aangelegenheid. Wel wordt in de Ongevallenwet rekening gehouden met het ongevallenrisico van de verschillende bedrijven. Wanneer de heeT Schaafsma zegt, dat er ouderwetse op vattingen in het ziekenfondsswezen heersen en dat de ziekenfondsen ondernemingen zouden zijn, raadt spreker hem aan het verslag van de Ziekenfondsraad ter hand te nemen. Daaruit zal de heer Schaafsma dan zien, dat het niet juist is het probleem te stellen op de wijze als hij heeft gedaan. Het college meent, dat met de voorgestelde regeling in een leemte wordt voorzien in afwachting van een centrale regeling, die zal rekening houden met hetgeen er in het algemeen op het gebied van de volksgezondheid aan de gang is. Het college acht een incidentele voorziening voor een bepaalde groep niet gewenst. Bij zijn besluit heeft het de ziekte -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 394