- 28 november 1955 - 172- ziektekostenregeling voor ambtenaren getoetst aan het alge meen belang. Daarbij heeft het het algemeen belang laten prevaleren. Spreker doet een beroep op de raadsleden als vertegenwoordigers van de bevolking om bij hun besluitvorming er eveneens rekening mede te houden, dat zij hier niet zitten uitsluitend ter behartiging van de belangen der ambtenaren. De heer VAN ANDEL merkt op, dat niet de wethouder van personeelszaken, de heer Van Zadelhoff, doch wethouder De Haan deze materie voor het college heeft behandeld. De oorzaak daarvan is waarschijnlijk, dat wethouder De Haan in deze een deskundige is, die nauw contact heeft met het ziekenfondswezen. Wat voor de heer Van Zadelhoff geldt, geldt echter ook voor spreker. Deze is te veel leek om de vragen te beantwoorden, die wethouder De Haan hem heeft gesteld naar aanleiding van enkele door spreker gemaakte globale opmerkingen. Een expert van het I.Z.A. heeft hem echter laten zien, dat de berekening van B&W ook geheel anders gemaakt kan worden. Wanneer iemand met ge tallen en voorbeelden komt, is het gemakkelijk er andere cijfers en andere toevallige voorbeelden tegenover te stellen. Het gaat spreker echter niet om de kleinigheden, doch om de grote lijnen. Aan de hand daarvan heeft hij zijn oordeel gevormd. Mocht de wethouder op zijn vragen een antwoord willen hebben, dan zal hij dat zeker op een andere plaats dan deze kunnen ontvangen van de expert van het I.Z.A.die ook spreker heeft ingelicht De heer PIEKEN merkt op, dat volgens de heer Van Andel de nieuwe Ziekenfondsv/et toekomstmuziek is. Dat heeft men indertijd ook gezegd van de wet voor definitieve ouderdomsvoorziening voor het gehele Nederlandse volk. Thans staat echter iedere politieke partij op het standpunt, dat deze wet er moet komen, omdat Nederland bij zijn nabuurlanden achter staat, wat betreft de ouderdomsvoorziening. Dit in tegenstelling tot het goede figuur, dat Nederland met zijn sociale wetgeving slaat. Ook ten opzichte van de Ziekenfondswet staat Nederland echter ten achter bij de nabuurlanden. De heer R.Hilhorst heeft een slechte keuze gemaakt door te stellen, dat het ziekenfondsbesluit 1941 niet zo'n gelukkige zet van de Regering is geweest. Dit besluit is niet door de Regering, doch door de bezetter genomen. Het ontwerp-Zieken- fondswet lag toen klaar. De bezetter heeft echter het zieken fondsbesluit aangepast aan de verplichte "Krankenkassen"zoals die in Duitsland bestonden. Op korte termijn heeft men toen de verplichte verzekering doorgedrukt. Ook spreker is er voorstander van, dat de organisaties de belangen van de ambtenaren zelf behartigen en de ziekte kostenregeling meebesturen. Hij verzet zich echter teg® be paalde eisen van de organisaties, die indruisen tegen het al gemeen belang, vooral wanneer door inwilliging van die ver langens de lagere ambtenaren in een ongunstiger positie komen. Politiek gezien gelooft spreker, dat vele sociale verbe teringen eerder tot stand hadden kunnen komen dan het geval is geweest. Men moet niet alleen oog hebben voor de belangen van een bepaalde groep, maar rekening houden met het algemeen welzijn. Spreker waarschuwt voor het standpunt van de overige sprekers. Hij wijst er op, dat de Amsterdamse havenstaking was geïnspi reerd door de E.V.C. en de C.P.N. Men maakt bezwaar tegen twee groepen ambtenaren. In de particuliere sector komt ook de loongrens van 6.000, voor. Wanneer de Regering echter zou komen met een voorstel om deze loongrens op te heffen, zouden de politieke partijen - waartoe -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 396