-- 22 december 1955 -- 199»
b. aan de collectiviteit der gemeenten worde toegewezen een gezamen
lijk belastinggebied, waarvan de opbrengst volgens wettelijke rege
len over de afzonderlijke gemeenten wordt verdeeld, zodat grote ver
schillen in plaatselijke belastingdruk worden vermeden;
c. voor bepaalde doeleinden worden van rijkswege afzonderlijke bijdra
gen aan de gemeenten verstrekt.
Spreker begrijpt levendig, dat men moeilijk van het college
kan verlangen, in deze vergadering op deze suggesties, die door zijn
gehele partij worden gedragen, in te gaan. Hij hoopt echter wel, dat
B&W een en ander in nadere overweging zullen nemen. De gemeentebelan
gen, die hier op het spel staan, zijn het ten volle waard.
Met betrekking tot de woningnood sluit spreker zich aan bij
hetgeen de vorige sprekers dienaangaande hebben gezegd.
De VOORZITTER zegt de sprekers dank voor de constructieve wijze,
waarop zij van de gelegenheid om algemene beschouwingen te houden ge
bruik hebben gemaakt. Het is de laatste jaren de gewoonte om door nauw
contact tussen raad en college, ook door middel van de raadscommissies,
de raadsleden op de hoogte te houden niet alleen van hetgeen er op
het moment in het gemeentelijk bestel aan de orde is, maar ook van za
ken voor de toekomst, waar het college reeds mede bezig is. Deze werk
wijze heeft misschien het nadeel, dat er bij de begrotingsbehandeling
niet veel verrassingen kunnen worden geboden; de raadsleden zijn
reeds aardig op de hoogte. De begrotingsbehandeling is daardoor ge
worden een algemene doorsnee in het beleid, waarbij men op deze of gene
zijde van een bepaald vraagstuk nog eens de aandacht kan vestigen.
Het college is uit de aard der zaak zeer dankbaar voor de ge
bleken waardering, alsmede voor de prettige samenwerking en de redelijke
manier van overleg tussen raad en college - de enige manier, om op ver
antwoorde wijze het belang van het publiek te dienen. En dat zou even
min mogelijk zijn, wanneer de interne samenwerking in het college niet
zo goed was. Wanneer een college rammelt, wordt dat onwillekeurig
weerspiegeld in de verhoudingen in de raad. Men kan niet dankbaar ge
noeg zijn voor de bijzonder prettige verhoudingen in het college en de
open en eerlijke wijze, waarop daar de verschillende problemen worden
besproken.
Het college is zich er volkomen van bewust, aan het hoofd te
staan van een gemeente die nog steeds in beweging is en een vrij snel
groeiproces doormaakt. Het zal er dus op uit moeten zijn, deze groei
op verantwoorde wijze op te vangen en daarnaast moeten zorgen, dat het
bestuursapparaat en het ambtelijk apparaat zodanig werken, en misschien
hier en daar worden veranderd, dat zij altijd weer zijn ingesteld op
de nieuwe verhoudingen en taken, die een zich uitbreidende gemeente
nu eenmaal meebrengt.
Dat bepaalde groepen bij de algemene welvaart zijn achtergeble
ven is spreker volkomen met de heer Hilhorst eens. Over het algemeen
zal het gemeentebestuur daaraan echter niet veel kunnen doen. De so
ciale voorzieningen zijn de laatste jaren voortdurend uitgebreid en ge
perfectioneerd. Kon het vroeger vrij gemakkelijk voorkomen, dat iemand
sociaal gezien tussen de wal en het schip viel, bij de voortdurende
verfijning en perfectionering van de sociale maatregelen zal dat niet
zo gauw meer mogelijk zijn, tenzij misschien bij iemand uit die
achtergebleven groepen. In de meest uitgesproken gevallen zou daar dan
een taak voor de gemeente kunnen liggen, ^oor de groepen als geheel
is dit veeleer een taak voor het rijk dan voor de gemeente.
De toename van de schuldenlast is voor het grootste gedeelte een
gevolg van de woningbouw. Op zichzelf is deze toename niet verontrus-
- tend -