-- 22 december 1955 -- 200. tend, daar het rendabele schulden betreft. De exploitatie van de woningen toch maakt, met de bijdrage daarvoor van het rijk, rente en aflossing mogelijk. Iets anders is echter, dat door de uitbreid ding van de gemeente en de daarvoor te treffen voorzieningen ook de onrendabele schulden toenemen, waarvan de rente en aflossing drukken op de gewone dienst. Dit vereist veel zorg en moet voort durend in het oog worden gehouden. Ook het college is van mening, dat de gemeente op het ge bied van de woningbouw slechts een aanvullende taak heeft, voor zover de particuliere bouw tekort schiet. Daar het echter voor een particulier niet mogelijk is, rendabele arbeiderswoningen te bou wen, valt de gehele arbeiderswoningbouw terug op de gemeente. Bij de middenstandsbouw ligt de zaak iets anders, maar in de praktijk is wel gebleken, dat de particulieren vrijwel geen belangstelling hebben om in Soest middenstandswoningen te bouwen om te verhuren. Er worden wel middenstandswoningen gebouwd, maar uitsluitend voor de verkoop. Het college blijft trachten, particulieren te vinden, die het verhuren van middenstandswoningen ter hand willen nemen. Daar de wegen over het algemeen in goede staat verkeren, heeft het college het verantwoord geacht in verband met de toestand der financiën op de daarvoor bestemde post te korten. Een teer- weg toch blijft, mits hij een periodieke behandeling krijgt, vrij lang in goede staat. Zelfs als echter bedoelde post op het oude bedrag was geraamd, zouden de Soester Engweg en de Molenweg niet daaronder vallen. Deze post toch geldt uitsluitend de periodieke behandeling van bestaande wegen, terwijl Soester Engweg en Molen weg verharde "wegen zijn, die niet van een teerdek zijn voorzien en hier slechts ter sprake kunnen komen, voor zover wordt be treurd, dat het areaal der geteerde wegen niet wordt uitgebreid. Spreker is erg blij, dat de heer Schaafsma naar voren heeft gebracht, dat men zich de thans heersende welvaart ter dege moet realiseren. Nog slechts elf jaar geleden zat men midden in de hongerwinter. Het was de tijd van het Ardennen-offensief. Toen heeft niemand zich kunnen voorstellen, dat Nederland elf jaar la ter alweer zoveel zegeningen zou genieten. Het is goed zich dit telkens te realiseren, vol dankbaarheid jegens God, die dit alles onverdiend heeft geschonken, opdat men zich niet in moeilijker en slechter tijden heeft te verwijten, zich de zegeningen onvoldoende te hebben gerealiseerd. Het is begrijpelijk dat van verschillende zijden wederom naar voren is gebracht, dat het college in zijn preadviezen res pectievelijk bij de benoeming van een hoofd der school en de ziek tekostenregeling te weinig rekening zou hebben gehouden, enerzijds met de wens van de ouders, anderzijds met die van de organisaties. Het college staat echter op het standpunt, dat het zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. Wanneer het college in een bepaal de kwestie een mening heeft, is het zijn taak, die mening naar voren te brengen, zelfs al weet het, dat de raad die mening niet deelt. Dan weet de raad tenminste, wat de mening van het college is, en kan hij daar zijn mening tegenover stellen. Wanneer het college een mening naar voren brengt die eigenlijk niet de zijne is, zit daarin iets onwaarachtigs en zou de raad het dit kunnen verwijten. Bij de benoeming van de onderwijzer had het college een andere mening dan de oudercommissieWaar de verantwoordelijkheid voor de voordracht berustte bij het college, moest het met zijn - eigen -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 452