-- 22 december 1955 -- 202.
Er moet in Soest dus worden gezorgd, dat de industrialisatie niet
hinderlijk wordt voor de andere belangen, die de gemeente moet be
hartigen, zoals landbouw, veeteelt en recreatie.
Wanneer de inwoners last hebben van de onrust, die de
industrie teweeg brengt, zou het kunnen zijn, dat de stedebouw-
kundige plaatsing van de industrieën nog niet geheel juist is.
Men moet echter langzamerhand inzien, dat het in Nederland met de
zo zeer gewenste rust wel ongeveer gedaan is.
Er hebben zich na de oorlog verschillende industrieën in
Soest gevestigd. Deze kampen echter met een personeelstekort, dat
gedeeltelijk weer voortvloeit uit het gebrek aan woningen. Het
zou niet van een juist beleid tegenover deze industrieën getuigen,
wanneer het gemeentebestuur op het ogenblik veel nieuwe industrie-
en zou aantrekken, waardoor het personeelstekort nog groter zou
worden.
Het huidige raadhuis is inderdaad zowel voor de bestuurs
taak als voor de administratieve taak van het gemeentebestuur te
klein. De uitbreiding van het raadhuis zal zeer weloverwogen tot
stand moeten komen. De definitieve beslissing daartoe zal in de
eerste jaren nog wel niet vallen. De overheidsbouw moet zoveel
mogelijk worden beperkt ten gunste van de woningbouw. Wanneer de
raad zou besluiten het raadhuis het volgende jaar uit te breiden,
zou daarvoor zeer waarschijnlijk geen bouwvolume worden verkregen.
Het afremmen van deze bouw hindert het gemeentebestuur evenwel
niet, omdat de plannen voor het gemeentehuis nog moeten worden uit
gewerkt. Daar het nieuwe gemeentehuis tientallen jaren dienst moet
doen, moet deze uitwerking met zeer veel zorg geschieden. Men is
op het ogenblik nog in het allereerste stadium.
In antwoord aan mevrouw Polet zegt spreker, dat de finan
ciële positie der gemeente inderdaad zorgen baart. Op het ogen
blik is de begroting nog sluitend gemaakt kunnen worden. Wanneer
in hetzelfde tempo wordt doorgegaan met de gemeentezorg zal het,
ook door de uitbreiding der gemeente, bepaald niet mogelijk zijn,
de begroting voor 1957 sluitend te maken zonder vele taken af te
kappen. Daar in Soest de verzorging der gemeente altijd op een
heel sober peil heeft gestaan en het beheer steeds zuinig is ge
voerd, meent spreker dat de gemeente met het volste recht in 1957
een verhoging van de uitkering aan de minister kan vragen. Was
Soest een statische gemeente dan lag de zaak anders. Deze gemeente
verkeert echter in een dynamische ontwikkeling en heeft daardoor
een grote achterstand in te halen.
Het bouwvolume wordt door het rijk verdeeld onder de pro
vincies, die het weer verdelen onder de gemeenten. Het college is
van oordeel - het heeft dit meermalen bij de bevoegde autoriteiten
naar voren gebracht - dat het voor Soest beschikbaar gestelde
bouwvolume ten enen male onvoldoende is om de woningnood ook maar
enigszins op te heffen. Misschien is het zelfs niet eens voldoende
om de woningnood op hetzelfde peil te houden. Spreker helt namelijk
tot de mening over, dat met het huidige bouwvolume de woningnood
eerder groter dan kleiner wordt.
Het gemeentebestuur heeft reeds getracht uit de algemene
"pot" van het bouwvolume meer te verkrijgen. Zoals mevrouw Polet
reeds heeft opgemerkt is echter het totale bouwvolume te klein,
zodat men in andere gemeenten dezelfde klacht hoort als in Soest.
Uit de krant blijkt, dat er op het ogenblik een zeer levendige
discussie plaats vindt over het vinden van een methode, waar-
- door -