-- 22 december ">955 205» Over de I.Z.A.-regeling waren de meningen op het allerlaatste moment wel enigszins verdeeld. Naar ook vanmorgen is gebleken, be grijpt de raad niet waarom niet spreker, maar wethouder De Haan deze zaak heeft verdedigd. Het ligt min of meer voor de hand, dat deze materie in het college in hoofdzaak is behandeld door spreker en wethouder De Haan. Beiden zijn verwoede tegenstanders van de I.Z.A.-regeling, die huns inziens geen oplossing is voor de lagere ambtenaren. Als apotheker zou spreker eigenlijk voorstander van deze rege ling moeten zijn, zoals ook de Maatschappij tot bevordering der Ge neeskunst en de Maatschappij ter bevordering der Pharmacie haar di rect hebben aanvaard. Als deelnemer aan de ziekenfondsen heeft spreker echter nooit meegemaakt, dat de laagst bezoldigden particulier patiënt waren. Juist om de minder draagkrachtigen aan een goede geneeskundige behandeling te helpen zijn er altijd de ziekenfondsen geweest. En nu wil de I.Z.A.-regeling deze mensen ineens op volkomen particuliere basis verzekeren. Dat wordt echter voor die mensen veel te duur. Het i^begrijpelijkdat deze zaak enige jaren heeft ge traineerd. Men kan wel bezwaren hebben, maar moet er iets anders te genover stellen. De mogelijkheid, de mensen beneden een bepaalde loon grens naar de ziekenfondsen te verwijzen en de rest particulier te verzekeren was niet aanwezig. Om een bevredigende oplossing uit te werken was virethouder De Haan, die meer dan spreker in deze materie thuis is en ervaring heeft de meest geschikte man. Hem is dan ook deze taak opgedragen. Zo is de situatie ontstaan dat niet de wethouder van personeelszaken, maar de meest deskundige deze zaak waaraan vele moeilijke kanten zaten, heeft ter hand genomen en spreker ter zijde is blijven staan. Aan de verdere verwijten kan spreker voorbij gaan. Door de Voorzitter is duidelijk gezegd, dat het college, wanneer het van de juistheid van zijn standpunt overtuigd is, dit moet verdedigen. Dat is ook de enig juiste handelwijze. Spreker vraagt de heer Schaafsma, of deze zijn vraag heeft gesteld naar aanleiding van het feit, dat in de laatste vergadering van de Commissie van Openbare Werken enige onaan gename dingen naar voren zijn gebracht. Wanneer dit het geval zou zijn, beantwoordt spreker de opmerking van de heer Schaafsma niet. Hij heeft zeer duidelijk in de commissie uiteengezet, dat hij de zaak niet met geheimzinnigheid wil omsluieren, doch in ieder geval de Commissie van Openbare Werken van een bepaald feit in kennis wilde stellen, ter wijl de gehele zaak, gesteund door een rapport van Gemeentewerken en een advies van het college, in een openbare raadsvergadering nog zal worden behandeld. Wanneer de heer Schaafsma zijn vraag echter algemeen heeft be doeld, dan antwoordt spreker, dat de ontwikkeling van Soest naar mid delgrote gemeente ook tot gevolg heeft, dat de dienst Openbare Werken in bepaalde gevallen anders georganiseerd moet worden. Bij de behan deling van de nieuwe salarisregeling heeft spreker er reeds op gewe zen, dat er enkele veranderingen bij Gemeentewerken zullen plaatsvin den. Zo zal de boekhouding uit bedrijfseconomisch oogpunt meer worden betrokken in de gehele gang van zaken van het bedrijf. Voorts is er behoefte aan een administratieve kracht. Het college stelt zich voor in deze een proef te nemen, misschien door een ambtenaar van het ge meentehuis ten deze hiermede te belasten. Op deze wijze worden de technische ambtenaren van het administratieve werk ontlast. Daardoor kunnen zij zich meer wijden aan hun eigenlijke taak: de controle en het scheppen van nieuwe plannen. In antwoord aan de heer Schaafsma deelt spreker voorts mede, -dat-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 462