-~ 22 december 1955 -- 223.
Het debiet zal dus iets teruglopen. Daarmee is bij de begroting
rekening gehouden. Is tot dusverre ieder jaar een verhoging van het
gasverbruik van 200.000 m3 geraamd, voor 1956 is, ondanks de uitbrei
ding der bevolking, 3*000.000 m3 geraamd, wat ook dit jaar is bereikt.
Voor de industrie is, meer nog dan de calorische waarde van
het gas, de constante samenstelling van groot belang. De industrie,
waar alles rustig en machinaal moet verlopen, heeft door de onstand
vastige calorische waarde van het gas met grote moeilijkheden te
kampen gehad. Dit zal nu gaan veranderen. De industrie zal dan ook,
ondanks de tariefsverhoging van 1,15 cent per m3, van de nieuwe
regeling voordeel hebben.
Wanneer het tarief niet zou worden verhoogd, zou de gemeente
in 1956 wel uitkomen. Daarvoor zijn de reserves groot genoeg. In
1957 en 1959 zit de gemeente dan echter met de brokken.
Mevrouw POLET-Musler merkt op, dat niet is geantwoord op haar
vraag om dit voorstel terug te nemen en in een volgende vergadering
wederom aan de orde te stellen. De raad kan dan het voorstel van de
Gascommissie serieus bestuderen.
Men moet rekening houden met de monopoliepositie van het Gas
bedrijf. Dit heeft spreekster in de discussie te veel gemist. Men
kan hier niet zonder meer een zakelijk standpunt innemen. De consu
menten zijn in deze niet vrij in de keuze van hun leverancier. Zij
hebben geen uitwijkmogelijkheid. Zij kunnen slechts op elektrici
teit overschakelen, hetgeen grote kosten met zich medebrengt. Deze
monopoliepositie brengt de verplichting voor het gemeentebestuur
mede om een tariefsverhoging tot het uiterste uit te stellen.
De heer ORANJE heeft vernomen, dat het college van B&W van
Amersfoort, gesteund door de gascommissie aldaar, hetzelfde voorstel
aan de raad heeft gedaan als deGascommissie van Soest thans doet.
De heer VAN ANDEL merkt op, dat het de vraag is, of het-geen
de raad thans besluit door de in 1958 zitting hebbende gemeenteraad
ook zal worden uitgevoerd. Het is twijfelachtig, of de gemeenteraad
in 1958 "bij verlaging van de inkoopprijs zal zeggen: Thans verlagen
wij ook de gastarieven, want daartoe is in 1955 besloten.
De wethouder VAN DEN AREND gelooft niet, dat het mogelijk is
dit voorstel aan te houden. In de eerste plaats moet de begroting
heden worden vastgesteld, terwijl voorts drukv/erk, dat op 1 januari
gereed moet zijn, op dit besluit wacht.
Wanneer men bepleit de tarieven niet te verhogen, moet men
ook reële middelen aangeven voor de wijze, waarop de tekorten zullen
moeten worden gedekt.
Mevrouw POLET-Musler: Ik heb gevraagd de raad de tijd te ge
ven dit nader te bestuderen.
De wethouder VAN DEN AREND merkt op, dat Gedeputeerde Staten
op grond van de Begrotings- en Rekeningsvoorschriften nooit zullen
toestaan, dat het tekort van het Gasbedrijf zou worden gedekt door
een egalisatiefonds.
De heer ORANJE: Dan is de verantwoordelijkheid bij Gedeputeer
de Staten!
De wethouder VAN DEN AREND: Het gevolg van het instellen van
een egalisatiefonds zou zijn, dat wij eerst ons reservefonds opmaken,
waarna het volgende jaar de tarieven niet met 1 cent, doch met 3
cent zullen moeten worden verhoogd.
De VOORZITTER gelooft niet, dat door aanhouding van het voor
stel nieuwe gezichtspunten naar voren zullen komen. Het gaat om de
vraag, of het gas, dat duurder moet worden ingekocht, ook duurder
z al