-- 22 december 1955 --226.
Waar dit zowel voor de voorzitters als voor de leden geldt is er geen
reden, de voorzitters anders te behandelen. Men is niet verplicht,
voorzitter van een stembureau te zijn als dit niet convenieert.
De heer CLEMENS zegt, dat ook de Voorzitter destijds van mening
was, dat de voorzitters van de stembureaux, die daardoor een dag loon
derven, iets extra's moesten hebben. Nu worden zij echter weer gelijkge
trokken. Voor leden neemt men altijd onderwijzers en ambtenaren, die
die dag hun vaste salaris krijgen. Wel is niemand verplicht, voorzitter
van een stembureau te zijn, maar de voorzitter is ten slotte verantwoor
delijk en moet in verband met zijn loonderving extra beloond worden.
De VOORZITTER zegt, dat men voor leden geen onderwijzers en amb
tenaren behoeft te nemen. Het presentiegeld is opgetrokken in verband
met de langere zittingsduur. Er is geen reden, de voorzitter extra te
belonen.
De heer CLEMENS zegt, dat hiermee het standpunt van enige jaren
geleden is prijsgegeven.
Mevrouw POLET-Musler constateert hier een verandering van prin
cipe
De heer VAN WELY zegt, dat men het principe zou kunnen handhaven
door alle bedragen met eenzelfde percentage te verhogen. De voorzitter
blijft 2-g- uur langer en is bovendien verantwoordelijk
De VOORZITTER wenst van het principe van twee jaar geleden af te
stappen.
De heer CLEMENS heeft er bezwaar tegen, dat de voorzitters niet
in de voorgestelde verhoging delen en stelt voor, de presentiegelden
van leden en voorzitters der stembureaux evenredig te verhogen.
Het voorstel van de heer Clemens wordt voldoende ondersteund en
maakt mitsdien een punt van behandeling uit.
Mevrouw POLET-Musler vraagt een principiële verdediging van het
standpunt van de Voorzitter. Betekent de afwijking van het standpunt
van twee jaar geleden, dat het aanvaarden van het voorzitterschap van
een stembureau als een burgerplicht moet worden beschouwd?
De VOORZITTER zegt, dat daarin tot uitdrukking wordt gebracht,
dat ieder vrij moet zijn voorzitter of lid van een stembureau te zijn
of dit, als het hem niet convenieert, te weigeren. Men zit in een stem
bureau omdat men daarvoor voelt en meent, zich daarvoor beschikbaar te
moeten stellen. De 15»-- zijn bedoeld als een behoorlijke vergoeding
voor de twee maaltijden, die de betrokkenen die dag moeten bekostigen.
Het gaat niet aan, die 15?-- te beschouwen als vergoeding voor ge
derfd loon. Een dag verzuim betekent voor de een 15?-- en voor de
ander veel meer. Dat is niet te schatten en niet te vergoeden.
Mevrouw POLET-Musler acht haar vraag niet beantwoord. De raad
heeft verzocht de verlenging van de zittingsduur te honoreren, maar uit
de discussies blijkt, dat de Voorzitter het verschil in beloning tussen
de voorzitters en de leden van de stembureaux wil doen vervallen.
Spreekster begrijpt niet, dat de Voorzitter tussen het moment dat de be
groting is aangeboden en de beantwoording van de in de afdelingen ge
stelde vragen een zo principieel ander standpunt is kunnen gaan innemen
De VOORZITTER zegt, dat B&¥ zich naar aanleiding van de opmer
kingen van de raad nog eens hebben beraden over deze gehele post. Daar
bij zijn zij tot de conclusie gekomen, dat er geen verschil moet worden
gemaakt tussen de voorzitters en de leden van de stembureaux.
Deze vergoeding wordt gegeven, omdat de leden van een stembureau
voor twee maaltijden moeten zorgen, terwijl dit werk nog enig ongerief
en kleine kosten medebrengt. De vergoeding wordt echter principieel
- niet -