-- 18 Januari 1955 - - 11 ders stroomt het water niet» Het gehele buizensysteem is nu zo opgezet, dat het water naar e'én punt stroomt, de zuiverings installatie. Hier en daar is een gemaal aangebracht om, daar waar hindernissen zijn, dit proces te bevorderen. Ook in Soest zijn dergelijke gemalen ontworpen, een punt waarop spre ker nog terug komt. Aan het einde van de riolering is ook een gemaal, dat ten slotte het water naar het openbaar water moet afvoeren Er moet bij dit alles rekening mee worden gehouden, dat de hoeveelheid regenwater heel veel groter is dan de D.W.A. Terwijl de D.W.A. voor 1000 mensen maximaal drie liter per se conde bedraagt, moet in een bewoond gebied per 1000 mensen per seconde 180 liter regenwater worden geloosd, of 60 maal zoveel. Het regent in Nederland per jaar 1000 uur, dus gelukkig slechts 1/1 Ode deel van het jaar. Meestal regent het dan ge lukkig vrij zachtjes. Het aantal uren, dat het erg hard re gent, kan globaal op 50 worden gesteld. Het zou echter vrese lijk oneconomisch zijn, voor slechts 50 uur per jaar een ge maal te maken, dat 60 x zo groot is als dat voor D.W.A. Dit is ook niet gebruikelijk. Normaal, ook in Soest, is de capaci teit vijf maal die van de D.W.A. Er moet dus ergens een lek zitten, want als 60 maal D.'W.A, moet worden afgevoerd en de capaciteit is 5 D.W.A., dan ontstaat een surplus, dat ook er gens heen moet. Het blijft in de eerste plaats in de riolering zelf, die op sommige plaatsen nogal groot is. Regent het wer kelijk hard, dan is dit echter niet voldoende. Regent het harder dan 17 mm, dan stroomt het water over, waarvoor op be paalde plaatsen overstorten zijn aangebracht. Zou dit niet het geval zijn, dan zou het water op straat blijven staan. Het overgestorte regenwater bevat tegelijkertijd vuil water, dat er in de riolering bij is gekomen, doch dat zeer sterk wordt verdund. De overstorten lopen 8 10 maal per jaar over. Zijn zij aohter aan het rioleringsstelsel geplaatst, dan is het water schoner dan men zou verwachten, al kan het natuurlijk niet worden gedronken. De ervaring heeft geleerd, dat men van de overstorten niet veel last heeft. Het overgestorte water moet natuurlijk ergens heen. Het gemakkelijkst is het, als er in de buurt een polderwatergang is waar het overtollige water kan worden geborgen. Dit is het geval in Soest. In Soesterberg is geen watergang. Daar zijn expansiebassins of bergvijvers ontworpen, waarin het water blijft staan. Er kan wel iets van in de grond zakken, maar toch niet veel. Is na een paar uur de grote regenval voorbij, dan kan het water teruglopen in de riolering via een klep, die het water slechts in e'én richting doorlaat. Uit deze elementen is de gehele riolering opgebouwd. Op de kaart ziet men twee hoofdrioleringen, die het wa ter afvoeren naar de zuiveringsinstallatieontworpen tussen de Oude Postweg en de Schoolweg, achter de te projecteren be graafplaats. Het gehele rioleringsnetdat gedeeltelijk be staat en gedeeltelijk is ontworpen, maalt het water in deze richting af. Het terrein in Soesterberg helt van Amersfoort naar Soesterberg toe, maar ook in andere richting. Het is een beetje scheef getrokken geval. Het is niet prettig, dat er in die hoek geen geschikte plek voor de zuiveringsinstallatie is. Met B&W en G-emeenteweik en is daar uitvoerig over gesproken. - Het -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 70