- 18 Januari 1955 - - 24. Het gemeentebestuur zal ten aanzien van de kwestie van de rioolwaterzuivering een belangrijke beslissing moeten nemen. Men heeft kunnen horendat de eerste in stallaties in Nederland in de twintiger jaren zijn aange bracht. Sr is dus nog slechts een ervaring van 30 jaar, hetgeen voor een wetenschap zeer kort is. Er wordt nog voortdurend getast en onderzocht. Dank zij de voorlich ting van het R.I-.Z.A. kan het gemeentebestuur daarbij thans op verantwoorde wijze te werk gaan. Door de enorme toeneming van de bevolking kan zui vering van het water niet meer, zoals vroeger, langs na tuurlijke weg geschieden. De openbare wateren kunnen het afvalwater immers niet meer verwerken. Het de zuiverings installatie moet nu worden gepoogd, het natuurlijke even wicht te herstellen» Op deze wijze zal worden voorkomen, dat de bewatering niet meer vervuilt dan vroeger het ge val was De bij de rioolwaterzuivering verkregen meststoffen zijn ook voor de huishouding van het allergrootste belang, vooral na vermenging met het huisvuil. Door middel van de op deze wijze verkregen organische stoffen zal de achter uitgang van de bodem in Nederland moeten worden voorkomen. Helaas is deze achteruitgang thans maar al te wezenlijk. Om verdere erosie tegen te gaan zal men de beschikbare organische stoffen niet moeten verbranden en in stinken de sloten en grachten te loor laten gaan, maar ze ter be schikking moeten houden voor de landbouw. Spreker dankt ook de heer Veldkamp voor zijn uit eenzetting. Voor Soest is men iets verder met de plannen en de uitvoering er van dan voor Soesterberg. Doch voor Soesterberg zal nu ook een en ander met grote spoed moe ten worden aangepakt in verband met de enorme moeilijkhe den bij het bergen van het afvalwater. Hierna wordt in besloten vergadering overgegaan. Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Soest in zijn openbare vergadering van 25 Maart 1955 De Secretaris, De Voorzitter, Typ:R.S Coll s

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 96