23 maart 1956 - 32. Het gemeentebestuur moet kennis nemen van hetgeen er in de sportwereld leeft, van de moeilijkheden waarmede men daar te kampen heeft. Aan de andere kant dienen de sportverenigingen ook te weten, welke mogelijkheden er bij de gemeente zijn en met v/elke problemen men daar worstelt. Om deze redenen stelt het college een overlegorgaan, waarin zowel de sport als het gemeentebestuur zijn vertegenwoordigd, zozeer op prijs. hit overlegorgaan zal dan worden gevormd naast de sport federaties. Het verheugt spreker, dat in deze vergadering aan de sportfederaties lof is toegezwaaid. Deze federaties hebben in de afgelopen jaren inderdaad belangrijke initiatieven genomen. Er is een bundeling op sportgebied tot stand gebracht. Daardoor heeft men allerlei dingen kunnen doen, die vroeger onmogelijk waren. De sportfederaties houden zich echter vooral bezig met organisatorisch werk. Zij zijn niet direct de meest aangewezen organen om de puzzels, waarmede de gemeente kampt, op te lossen. Het college is van oordeel, dat het goed is naast deze sportfederaties een orgaan op te richten, waarin vertegenwoordigers van de sport zullen worden benoemd na over leg met de sportfederaties. Wie de sportfederaties voor het overlegorgaan zullen voordragen, moet afgewacht worden. Het zullen in de eerste plaats personen moeten zijn, die op de hoogte zijn met de ver houdingen in de sportwereld, terwijl zij zich voorts zullen moeten stellen beven de positie, die zij in hun club innemen. Het moeten personen zijn, die er niet op uit zijn hun clubbe langen in het orgaan te behartigen, maar mensen die zich af vragen hoe zij de belangen van de sport in het algemeen het beste kunnen dienen. De instelling van dit overlegorgaan heeft niets te maken met het particulier initiatief. Het gemeentebestuur wil zich zeker niet begeven op het terrein van het particuliere initiatief. Dit overlegorgaan zal niets organiseren en niets beheren. Dat wordt aan de verenigingen zelf overgelaten. Spreker meent, dat de heer Van Andel zich vergist ten aanzien van een eventuele sportstichting. Zoals in de voor dracht reeds staat, is Soest daaraan nog lang niet toe. Het is echter mogelijk, dat het in deze richting zal groeien. Een sportstichting zou dan juist in het leven moeten worden ge roepen om te zorgen, dat de exploitatie van gemeentelijke terreinen, gymnastieklokalen enz. niet te zeer verambtelijkt Wanneer de gemeente sportvelden, gymnastieklokalen, een sporthal enz. tot stand brengt, zullen ze ook moeten worden ge ëxploiteerd. Dit is een gemeentelijke zaak. Door daarin echter de verenigingen, het particuliere initiatief, te betrekken kan worden voorkomen, dat de zaak niet verambtelijktIn dit op zicht is een sportstichting, die deze zaken in niet ambtelijke sfeer beheert, dan ook aanbevelenswaardig. Wanneer men in Soest echter aan een dergelijke instelling toe is, denkt men wellicht weer geheel anders over de exploitatie van dit ge meentelijke bezit dan op het ogenblik. Het is evenwel zeker niet de bedoeling van het gemeentebestuur zoveel mogelijk overheidsbemoeiing door te drijven. Het gemeentebestuur wil zich integendeel zover terugtrekken als dit mogelijk is met het oog op de verantwoordelijkheden, ook in financieel opzicht, die het ten opzichte van al deze zaken heeft. De heer B.Hilhorst heeft terecht naar voren gebracht, dat er niets achter deze regeling steekt, die uit de nood is gebo ren. Spreker verwacht, dat de misverstanden, die over deze - voordracht -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1956 | | pagina 108