23 maart 1956 -
Grondbedrijf en Uitbreidingsplannen gedane suggestie.
De heer GRIFT deelt mede, dat de commissie tot
haar suggestie is gekomen, omdat door het opvolgen daar
van de gemeente baas in eigen huis zal zijn.
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op, dat de sugges
tie van de commissie naast het verzenden van de brief
aan de heer Bosman staat.
De heer GRIFTs Deze grond wordt toch geen bouwter
rein?
De wethouder VAN ZADELHOFFs Neen.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
49. Voorstellen tot aankopen van grond;
a. voor verbre-ding van de Talmalaan van D.G.Reesink
(V-34665
b. nabij de spoorlijn Utrecht-Baarn van C.J.van Hengstum
(V-3526).
50. Voorstel tot het verlenen van een zakelijk recht aan de
N.V. U.E.Mo tot het leggen van hoogspanningskabels;
a. in de Maatweg (V-3432)5
b. langs de spoorlijn Amersfoort-ütrecht (V-355).
51. Voorstel tot kredietverlening voor verbeteringen aan het
pand De Zoom 13 (V-597).
52. Voorstel tot verkoop van grond nabij de Foekenlaan aan
de heer L.de Groot te Amsterdam (V-3534).
53. Voorstel tot ruiling van grond nabij de Soesterbergse-
straat/Heideweg met H.A.Weyschedé te Wassenaar (afd.V-
3532).
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
wordt overeenkomstig de volgnummers 49 - 53 besloten.
5 4. Rondvraag.
De heer VAN VE1Y herinnert er aan, dat de raad inder
tijd heeft besloten het verzoek in te dienen om het aantal
vergunningen voor Soest met drie te verhogen. Dit verzoek
is afgewezen. Misschien kunnen B&W mededelen, welke ar
gumenten zij in Den Haag naar voren hebben gebracht?
Voorts vraagt spreker, of de burgemeester maatregelen
heeft getroffen naar aanleiding van de achtervolging van
een jongen van 17 jaar, waarbij bijna een burger, die
voor het raam van zijn kamer stond, door een kogel uit
een revolver van de politie werd getroffen.
In de derde plaats komt spreker terug op zijn in 1955
gestelde vraag over verbetering van trottoirs in Soostdijk.
De wethouder heeft toen toegezegd, dat deze verbetering
voor het einde van 1955 tot stand zou komen. Spreker heeft
hierop bij de begroting nog eens willen attenderen, maar
kreeg in de ochtendvergadering over volgnummer 21 van de
begroting niet meer het woord. Hij heeft zijn opmerking
toen uitgesteld tot de middagvergadering. Toen kreeg hij
echter niet meer het woord, omdat dit punt in de ochtend
zitting volgens de voorzitter was afgehandeld. Toen was
overigens het jaar 1955 nog niet voorbij. Thans is het
echter maart 1956 en nog altijd ondervinden de mensen in
de Prins Bernhardlaan ontzettend veel last van de bomen.
Tijdens de vorstperiode dorsten de voetgangers zich met
het oog op uitglijden zelfs niet op de trottoirs te wagen.
Spreker heeft het gevoel indertijd met een kluitje in het
riet te zijn gestuurd. Zullen nu binnen afzienbare tijd de
- toegezegde -