-- 2 mei 1956 -- 49°
aanbrengen van een afscheiding tussen de beide banen zal de
banen zo smal maken, dat inhalen niet meer mogelijk is. Wel
zal dan de automobilist zich in Soesterberg enige beperkingen
moeten opleggen, maar het kan in het belang van Soesterberg
zijn, in deze richting een oplossing te zoeken.
Natuurlijk zijn ook andere plannen naar voren gekomen,
c.a. het plan, de weg breder te maken en rechtdoor te leggen.
De Rijkswaterstaat wenst een vierbaansweg, ook in Soesterberg,
hetgeen spreker echter niet mogelijk acht, zodat in dat ge
val de vierbaansweg zich in Soesterberg tot een tweebaansweg
zou moeten versmallen.
De door de heer Pieren genoemde middelen zijn lapmidde
len, waardoor de weg iets veiliger kan worden. Men kan echter
beter trachten in overleg met de Rijkswaterstaat te komen tot
een meer duurzame verbetering. Het is zeker niet ongewrenst dit
probleem, nadat het college zich wat meer heeft georiënteerd,
eens ter discussie in de raad te stellen. Iedere opmerking
over de gevaarlijkheid van deze weg versterkt echter bij de
Rijkswaterstaat de aandrang, de weg buiten Soesterberg om te
leiden.
Wat nu de genoemde middelen betreft?
De verlichting, natuurlijk een belangrijk onderdeel van
de te nemen maatregelen, was toegezegd voor 1955 en zal in
juni 1956 worden aangebracht.
Eigen-lijk is een inhaalverbod op dit moment voldoende.
Daar hierbij het tempo wordt afgesteld op dat van de lang
zaamste rijder, wordt daarmee de verkeerssnelheid automatisch
afgeremd.
Het plaatsen van waarschuwingsborden is al eerder ge
vraagd.
Waar het hele traject van de rooms-katholieke kerk tot de
Kampweg gevaarlijk is, rijst de vraag waar knipperlichten zou
den moeten worden geplaatst. Zet men er een bij de kerk, dan
denkt het verkeer dat het het gevaarlijke punt gehad heeft als
het voorbij de Prof. Lorentzlaan is, terwijl het gevaarlijkste
stuk dan nog komt. Zet men een licht bij de Kampweg, dan rijdt
men met volle vaart door de bebouwing heen, kijkt bij de Kamp
weg even uit en rijdt dan weer met volle vaart door. Er is
hier nu eenmaal een verzameling van gevaarlijke punten en men
kan niet bij elk dier punten een knipperlicht zetten. Maar
waar men het ook zet, altijd zal de automobilist het gevoel
hebben daarmee het gevaarlijke punt te hebben gehad.
Daarom zou spreker het plaatsen van knipperlichten niet
willen aanraden, maar veeleer de oplossing zoeken in een in
haalverbod en het plaatsen van waarschuwingsborden.
Er is ook gevraagd om het aanbrengen van betere voorzie
ningen voor de voetgangers. Wel ligt het in de bedoeling, aan
de zebra's voor voetgangers zekere rechten te verbinden, maar
zo lang een dergelijke bepaling niet wettelijk is vastgesteld,
is het erg moeilijk hiermee iets te doen. En een tunnel aan
leggen heeft geen zin; daarvan maakt niemand gebruik.
Spreker vraagt zich dan ook af of het wel verstandig is
op het ogenblik met een motie als die van de heer Pieren te
komen, en of het niet beter is dat het college zich eerst een
mening vormt over de vraag, wat men met de Rademakerstraat wil
en dan misschien met een plan voor een gewijzigd wegprofiel
t- naar -