-- 2 mei 1956 -- 50.
naar de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat of misschien
naar de Minister stapt. Men staat altijd sterker als men met een con
creet plan. komt. Maar dan zou moeten vast staan, dat de raad inder
daad liever geen omlegging wil.
Nu is een dergelijke omlegging ook niet alles. Voor een omleg
ging van de weg tussen de Rademakerstraat en het vliegveld zouden ver
schillende huizen moeten worden afgebroken. Maar ook dan zullen er
altijd verbindingen blijven tussen het vliegveld en het dorp, zodat de
Postweg en de Veldmaarschalk Montgomeryweg toch weer kruisingen a
niveau 'worden en daarmee gevaarpunten, zij het niet zo gevaarlijk als
de Rademakerstraat. Een weg zonder kruisingen a niveau is hier niet
denkbaar. Bovendien krijgt men dan een vierbaansweg waarop nog veel
harder wordt gereden, zodat het dan helemaal niet meer mogelijk is de
overkant te bereiken. Ook deze oplossing is dus voor Soesterberg niet
zo gewenst, nog afgezien van het daaraan verbonden economische nadeel
voor de neringdoenden en het feit, dat verschillende panden moeten
worden afgebroken.
Al deze aspecten zijn herhaaldelijk in het college besproken,
zonder dat dit tot dusverre een positieve uitspraak heeft kunnen doen.
Daarom is het beter dat het college zich hierover op korte termijn nog
eens nader beraadt om dan met een geargumenteerd verzoek naar de
Minister te gaan.
Spreker heeft er echter geen bezwaar tegen, nog eens aan te
dringen op het weder invoeren van het inhaalverbod
De heer CLEMENS sluit zich gaarne aan bij de woorden van deelne
ming en dank, die de Voorzitter heeft gesproken. Over de hulp die is
verleend is men in Soesterberg buitengewoon te spreken.
Was hij aanvankelijk geneigd de motie-Pieren zonder meer te
steunen, na het betoog van de Voorzitter is hij daarvan wel enigszins
teruggekomen. Zijn vertrouwen in de Rijkswaterstaat is nooit heel groot
geweest nadat van de borden bij de oversteekplaatsen voor wielrijders
op de weg naar Soest, waarop twee jaar geleden is aangedrongen en waar
over ongetwijfeld herhaaldelijk aan Rijkswaterstaat is geschreven, nog
steeds niets is gekomen. En ook de borden met "spaar onze kinderen" waar
om is gevraagd staan er nog steeds niet.
Overigens valt te betwijfelen, of een wegomlegging voor de ne
ringdoenden in Soesterberg inderdaad een strop zou worden. Zijzelf me
nen dat men de weg gerust om kan leggen; wie in Soesterberg wil wezen,
komt er toch wel. En het gevaar zou er door bezworen zijn.
Ook spreker gelooft, dat een inhaalverbod voorlopig voldoende
zou zijn. De gemeente zelf zou er eens een kunnen plaatsen en de reac
tie van de Minister afwachten. Ten slotte ziet hij liever een boze
Minister dan een lijk op de weg. En er moet wel wat gebeuren.
Op het Ministerie zal men echter ook deze suggestie wel weer
voor kennisgeving aannemen. Hopelijk krijgt het college op korte ter
mijn de gelegenheid, bij de Minister op verbeteringen van de toestand
aan te dringen.
De heer SCHAAESMA is dankbaar voor de ondervonden medewerking
waardoor, ondanks de aanwezigheid van nog al wat brandstoffen, de omvang
van de brand zoveel mogelijk beperkt is gebleven.
Om een blijvende verbetering te krijgen zal men de weg buiten
Soesterberg om moeten leiden. Wat komende van Amersfoort aan de rech
terkant van de weg is gevestigd is niet het belangrijkste deel van de
neringdoenden en de veiligheid is ermee gebaat. Want het oversteken van
- een -