-- 25 juni 1956 -- 68.
kruideniers (1-831
Mevrouw POLET-Musler vindt het prettig, dat een vakantie
van een gehele week wordt voorgesteld. De wijze waarop de
meningsvorming naar voren komt, schijnt nog al zwevend te zijn.
Is het niet mogelijk een volgende maal de convocatie en de no
tulen van de winkeliersvergaderingwaarop de zaak is behandeld,
aan de raad voor te leggen?
De heer VAN ANDEL heeft het gevoel, dat hier met twee maten
wordt gemeten, omdat de verordening niet voor Soesterberg zal
gelden. Een dee.1 van de winkeliers is voor tweemaal drie dagen met
vakantie, sommigen zijn in het geheel tegen vakantie. Wanneer
het mogelijk is, de regeling niet voor Soesterberg te doen
gelden, kunnen de andere Tfinkeliers dan niet worden vrijgelaten
te kiezen tussen eenmaal zes en tweemaal drie dagen?
De heer CLEMENS deelt mede, dat de vier kruideniers op
Soesterberg onderling volkomen tot overeenstemming zijn gekomen,
zodat voor hen een verordening overbodig is.
De heer BUTZELAAR wijst er op, dat verschillende grootbe
drijven reeds vakantie hebben gehad of op het ogenblik met va
kantie zijn. Is het dan niet beter de gehele regeling tot het
volgendejaar uit te stellen?
De heer SCHAAFSMA acht het niet juist, dat een gemeentelijke
verordening niet zou gelden voor bepaalde delen van de gemeente.
De heer PIEREN sluit zich aan bij de heer Schaafsma en
stelt voor artikel 2 te doen vervallen.
De VOORZITTER wijst er op, dat de kruideniers, wanneer zij
het geheel eens zijn, de medewerking van de raad niet nodig heb
ben, want dan regelen zij de zaak onderling, Dit geval doet zich
voor in Soesterberg. In Soestduinen is één kruidenier, die er
ook buiten valt. De Soester kruideniers, die het niet allen met
elkander eens zijn, verzoeken de raad de bij meerderheid van stem
men door hen vastgestelde regeling te bekrachtigen, omdat deze
illusoir zou worden, wanneer sommigen zich er aan zouden onttrek
ken. De kamer van koophandel heeft geadviseerd aan het verzoek te
voldoen, omdat een zeer duidelijke meerderheid achter de regeling
s t aat
Dat men op de regeling reeds is vooruitgelopen is geen reden
de zaak tot het volgende jaar uit te stellen, want de regeling
kan op elk tijdstip van het jaar worden vastgesteld en de betrok
kenen kunnen later ook vragen ze te wijzigen of in te trekken.
De heer VAN ANDEL vraagt, of voor Soest-Zuid, Soestduinen,
en Soest geen afzonderlijke regelingen hadden kunnen worden ge
troffen.
De VOORZITTER zegt, dat daar geen bezwaar tegen zou bestaan,
indien de betrokkenen daarom hadden gevraagd, maar dat hebben zij
juist niet gedaan. De raad kan slechts een door de betrokkenen
verlangde regeling bekrachtigen, waardoor zij algemene geldigheid
verkrijgt. De raad zou zijn taak niet goed opvatten, wanneer hij
een regeling zou treffen, die niet overeenkomt met de v/ensen van
de meerderheid der betrokkenen.
De heer ORANJE wijst er op, dat er in de kruideniersvereni
ging een meerderheid en een minderheid is. Overeenkomstig het
meerderheidsbesluit is een verzoek tot de raad gericht en nu pro
beert de minderheid de in de kruideniersvereniging gehouden dis
cussie over te hevelen naar de raad. Dit is echter bepaald fout,
want de raad heeft alleen met het meerderheidsbesluit te maken.
De heer HILHORST is het volkomen eens met de heer Oranje.
- De -