- 25 juli 1956 - 87. 150. Schrijven van mejuffrouw W.C.de Groot, waarin zij verzoekt haar met ingang van 1 september 1956 ontslag te verlenen als onderwijzeres aan de o.l. school Soest-Zuid. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt op voorstel van het college van B&W besloten, het gevraagde ontslag eervol te verlenen met ingang van een nader door het college te bepalen datum. De VOORZITTER deelt mede, dat het in de bedoeling van het college ligt de datum van ingang te bepalen op 1 september a.s. 151. Voorstel tot het benoemen van een lid voor de commissie voor het grondbedrijf en het uitbreidingsplan en de commissie soci ale zaken (1-845). De Voorzitter verzoekt de heren Grift en Oranje wederom met hem het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 17 stemmen, waarvan 1 blanco en 16 op de heer P.H.Versteynezodat de heer Versteyne is benoemd. De heer Versteyne verklaart zich, desgevraagd, bereid de benoeming te aanvaarden. De Voorzitter dankt de heren Grift en Oranje voor de geno men moeite. 132. Voorstel tot het verlenen van renteloze geldleningen aan speel tuinverenigingen (III-855). De heer ORANJE vindt dit voorstel enigszins halfslachtig. Terwijl subsidie is aangevraagd, zal aan twee speeltuinvereni gingen een renteloos voorschot worden toegekend. In beginsel betekent het verlenen van een renteloos voorschot het geven van subsidie, zodat de raad met het aannemen van dit voorstel reeds een beginselbeslissing neemt ten opzichte van het aanstaande subsidiëren van speeltuinverenigingen. De consequenties van deze beslissing zullen wellicht groter zijn dan de raad op het ogen blik kan overzien. Alvorens het voorgestelde beginselbesluit te nemen behoort toch te worden uitgemaakt, of de gemeente de speel tuinverenigingen zal subsidiëren, en zo ja, onder welke voorwaar den zij dit zal doen. Daarna zou het bij wijze van overbrugging toekennen van een renteloos voorschot kunnen worden overwogen. Bij gebrek aan de nodige gegevens aarzelt spreker, het voorstel van B&W te steunen. Hij weet niets omtrent de inkomsten en uitgaven van de speeltuinverenigingen en kan niet beoordelen, of zij in staat zijn de voorschotten in acht jaar af te lossen. Daar dit voorstel een principieel karakter draagt, betreurt hij het, dat het eerst zaterdag 21 juli de raadsleden heeft bereikt. Eerst hedenmiddag heeft hij de stukken omtrent dit voorstel kunnen inzien, daar zij er vrijdag j.1. nog niet waren. Ook zou hij omtrent dit voorstel gaarne advies door de sociale commissie zien uitgebracht. Spreker gevoelt veel voor aanhouding van het voorstel, opdat eerst het gehele vraagstuk van het subsidiëren van de speeltuin verenigingen onder het oog kan worden gezien. De heer PIEREN merkt op, dat B&W voorstellen "in beperkte mate" aan de speeltuinverenigingen financiële medewerking te verlenen. Voor "in beperkte mate" zou hij gaarne lezen0, in ruimere mate. Sommigen staan op het standpunt, dat het speeltuin werk geheel van het particulier initiatief moet uitgaan, maar dit is niet bij machte de vereiste geldmiddelen bijeen te brengen om het speeltuinwerk dermate te ontplooien als in het belang van de jeugd wenselijk is. Spreker heeft dus volledig begrip voor het voorstel van B&W, maar hij hoopt, dat de gemeente Soest het speeltuinwezen dusdanig zal gaan subsidiëren, dat zij een voor beeld kan zijn voor andere gemeenten. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1956 | | pagina 218