- 28 september 1956 - 114. De wethouder VAN ZADELHOFF meent, dat er voldoende rede nen zijn deze salarisverhoging te doen ingaan op 1 juli» In 1955 hebben de ambtenaren immers een uitkering van 3$ gehad» Wanneer zij nu een uitkering van 6fó alleen over de laatste vier maanden van het jaar zouden ontvangen, zou dit betekenen, dat zij over 1 956 in feite slechts een verhoging van 2krij gen, waardoor zij ten opzichte van 1955 achteruit gaan. Wan neer de uitkering per 1 juli wordt gegeven, gaan de ambtenaren ten opzichte van 1955 niet achteruit. Daarom is dit voorge steld. De voordracht van B&W is zo in elkander gezet, dat de uitkering vanaf 1 september in ieder geval niet in gevaar komt, wanneer het besluit om de uitkering te doen plaats vin den vanaf 1 juli onverhoopt niet zou worden goedgekeurd. De heer ORANJE; Voor het rijkspersoneel gaat deze ver hoging toch in ieder geval niet in op 1 juli, maar op 1 sep tember De wethouder VAN ZADELHOFF vermoedt, dat de regering op deze zaak zal moeten terugkomen. Deze kwestie is nog geen uitgemaakte zaak. De gemeente kiest hierin welbewust de kant van het Centraal Orgaan. De heer ORANJE; Voor het rijk is dit wel een uitgemaakte zaak. Is het de taak der gemeente om in een meningsverschil tussen de regering en het Centraal Orgaan partij te kiezen? De wethouder VAN ZADELHOFF; Wanneer wij menen, dat het juist is, mogen wij dit zeker doen. De VOORZITTER zegt, dat over geheel 1955 een uitkering van y/o is gegeven. Wanneer nu vanaf 1 september 1956 wordt uitbetaald 6dan krijgen de ambtenaren over geheel 1956 slechts een uitkering van 2$, waardoor zij achteruit gaan. Het college stelt nu voor de ambtenaren in 1956 evenveel te geven als in 1955. De heer ORANJE; Die 3in 1955 was toch ook voor altijd? De wethouder VAN ZADELHOFF; Neen, dat was een eenmalige uitkering. De wethouder VAN DEN AREND zegt, dat wanneer B&W met ingang van 1 september deze salarisverhoging zouden willen geven, er eerst overleg met het Georganiseerd Overleg had moeten worden gepleegd, waardoor men nog niet met een voorstel had kunnen komen. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 173. Rondvraag. De heer SCHAAPSMA spreekt er zijn dankbaarheid over uit, dat wethouder Van Zadelhoff drie raadsleden heeft uitgenodigd om met hem, de directeur van openbare werken en nog een ambtenaar een congres te s-Hertogenbosch bij te wonen, waar een groot aantal directeuren van openbare werken aanwezig was. Er werden daar gedemonstreerd allerlei werktuigen en apparaten- om de riolering zuiver te houden, om de wegen in stand te houden enz. Van hetgeen daar werd vertoond, is spreker zeer onder de indruk gekomen. De VOORZITTER vindt het prettig te vernemen, dat deze excursie kennelijk is geslaagd. De heer KIARENBEEK merkt op, dat de heer Schaafsma heeft medegedeeld, dat de wethouder drie raadsleden heeft uitgenodigd. De wethouder heeft echter de gehele commissie voor openbare werken uitgenodigd. - Mevrouw -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1956 | | pagina 272