- 28 september 1956 - 1 16.
Voorts is het wenselijk verlichting aan te "brengen aan de
Grote Me lm "bij de overweg. Doordat er geen hord staatis
er gevaar dat vooral vreemdelingen de Eem inrijden.
De wethouder VAM ZADELHOFE wijst er op, dat de grote
wegen in Nederland nergens zijn verlicht. Het maakt voor
automobilisten weinig uit, behalve dan dat men bij verlich
ting met stadslichten kan rijden.
De VOORZITTER zegt dat - een spaarzame lamp voor auto
mobilisten onaangenamer is dan geen lamp, want zij zien de
lampen, maar verder niets.
De heer CLEMENS verzoekt aan het einde van de Kampweg
een bord "Voetpad" te plaatsen. Vreemdelingen weten namelijk
niet dat het een voetpad is.
De wethouder VAM ZADELHOFE kan zich niet voorstellen,
dat iemand dit pad vlak langs de huizen niet als een voetpad
zou aanzien.
De heer PIEREN zegt?
Lang gewacht en niet stil gezwegen,
Eindelijk de verlichting in Socsterberg verkregen.
Spreker hoopt dat ook de andere voorzieningen een vlot
verloop zullen hebben en binnen enkele maanden tot stand
zullen komen.
Mevrouw LANDWEER-de Visser breekt een lans voor het
begin van de KoninginnelaanAan de linkerkant is overal trot
toir, maar aan de andere kant is het trottoir moeilijk te
belopen en ligt het er ook lelijk bij. Er ligt een trottoir
van klinkers, dat bijna niet be bewandelen is. Bij de zaak
van Waal is een tachtigjarige dame zelfs gevallen. Kan het
trottoir eindelijk niet worden opgeknapt?
De wethouder VAN ZADELHOFE wijst er op, dat voor de zaak
van de hoer Waal toch een voetpad is. Aan de voorgevel is het
eigen terrein, waarmede de gemeente niet heeft te maken. De
heer Waal heeft voorgesteld het aan de gemeente af te staan,
hetgeen het college hem in zijn eigen belang heeft ontraden,
omdat hij dan zijn zaak niet moer naar voren zou kunnen uit
breiden. Plot eerste gedeelte hangt samen met het gedeelte bij
de firma Klomp. Er is geen overeenstemming, maar er is geen
sprake van onwil. Het houdt verband met plannen tot verande
ring van het benzinestation. En de zaak moet in haar geheel
worden behandeld.
Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt of de voetgangers,
voor wie de toestand wanhopig is, dan moeten wachten tot de
heer Waal misschien eens gaat verbouwen.
De wethouder VAN ZADELHOFE zegt dat het een principiële
vraag is, of de gemeente kan betegelen op de grond van een
ander
Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, of het stuk tot de
rijweg geheel van de heer Waal is. Wanneer er een strook van
de gemeente is, laat zij deze dan betegelen.
De wethouder VAN ZADELHOFE zegt, dat daar inderdaad een
strook gemeentegrond ligt. Hij zal zien, of de gemeente op de
daar aanwezige verlaging wat grond kan storten. Er is dan
geen bezwaar tegen daar tegels te leggen.
Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt voorts, of hot bordje
Vinkenweg er al is gekomen.
Do wethouder VAN ZADELHOFF zegt, dat daarvoor opdracht
is gegeven, evenals voor enkele andere naambordjes.
- De -