2 november 1956 -- 128. De VOORZITTER heeft de indruk, dat de vraag van mevrouw Landweer voortspruit uit de gedachte, dat door het verlenen van de bouwvergunning op het raadsbesluit is vooruitgelopen. Dit is echter niet het geval. Binnenkomende bouwaanvragen worden getoetst aan de bouwverordening en aan de uitbreidingsplannen, maar niet aan de eigendomsverhoudingen. Er wordt niet gevraagd, of de aanvrager ook de eigenaar van de grond is. Wanneer de eigenaar van de grond geen toestemming zou geven voor de bouw, heeft men aan de vergunning niets. Dit is een privaatrechtelijke zaak, waarmede het gemeente bestuur zich bij de beoordeling van een bouwaanvrage niet inlaat. Dat de desbetreffende firma een bouwvergunning heeft aangevraagd voor het bouwen op grond, die nog niet haar eigendom is, staat dan ook buiten het college. B&W zijn met het afgeven van de bouwvergun ning dus niet vooruitgelopen op het ter tafel liggende raadsbe sluit. Zij hebben slechts gedaan wat de Woningwet van hen vraagt. Het voorstel sub 189d wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 189» e. Voorstel tot verkoop van een perceel grond, gelegen aan de Nieuwstraat aan G.J.Schmidt te Baarn (1-4059)* f. Voorstel tot verkoop van een perceel grond, gelegen aan de Beetzlaan aan H.v.d. Broek (1-4063). 190. Voorstel tot beëindiging per 1 januari 1957 van de regeling tot uitoefening van het bouw- en woningtoezichtalsmede het toezicht op de openbare werken in de gemeente Hoogland door de dienst van Gemeentewerken van Soest (1-885). Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig de punten 189 e en f en 190 besloten. 191* Voorstel tot wijziging der verordening op de heffing van vermake li jkhedenbelasting (IV-901). De VOORZITTER deelt mede, dat de financiële commissie zich met het voorstel verenigt, doch adviseert vrijstelling van belas ting te verlenen wanneer in de bioscoop uitsluitend een kindervoor stelling wordt gegeven. In overeenstemming daarmede met dit advies stellen B&W voor, artikel 4? onder t als volgt te lezen; "bioscoopvoorstellingen, waarin uitsluitend Nederlands journaal en/of Nederlandse films en/of films, als bedoeld in art.1, 2e lid, onder 2e van de Bioscoopwet - de laatste voorzover zij een docu mentair karakter en/of het karakter van een kinderfilm dragen - worden vertoond." In artikel 2 staat, dat de verordening in werking treedt op 1 januari 1957* Hedenochtend is een brief van de minister in gekomen, waarin bezwaar YYordt gemaakt tegen een verordening op de vermakelijkhedenbelasting met terugwerkende kracht. Daar rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de koninklijke goed keuring eerst na 1 januari 1957 wordt verkregen, stellen B&W voor het artikel als volgt te lezen; "Deze verordening treedt in "werking op de dag volgende op die, waarop het bericht van de koninklijke goedkeuring is ontvan gen, doch niet eerder dan 1 januari 1957*" Mevrouw POLET-Musler zegt erg blij te zijn, dat het colle ge de suggestie van de financiële commissie heeft overgenomen. De heer ORANJE betreurt het, dat de vrijstelling van de vermakelijkhedenbelasting voor z.g. culturele films een lagere opbrengst van die belasting heeft opgeleverd dan verwacht was. Het valt te waarderen, dat het college een poging doet om daarin te voorzien. Het middel waarnaar het college grijpt kan spreker - echter -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1956 | | pagina 302