- 2 november 1956 -- 131* dat deze naar middelen zoekt om zich op enigerlei wijze schadeloos te stellen. De bioscoop te Soest heeft over het algemeen te waarderen programma's. Dit wordt bewezen door het feit, dat het aantal door de wettelijke instantie als cultureel aangewezen films in Soest vrij groot is. Dit zijn niet de films, die voor de grote massa het meest aantrekkelijk zijn. Deze films zijn dus ook niet het meest aantrekke lijk uit een oogpunt van recette-opbrengst. Bij aanneming van het onderhavige voorstel bestaat de kans, dat de bioscoopexploitant over gaat tot het vertonen van films, waarmede hij een grotere recette krijgt. De kwalificatie van deze films behoeft spreker hier niet verder te geven. De waarde van goede programma's is moeilijk te kapi taliseren, maar ongetwijfeld zeer groot. Het staat daarom te vrezen, dat het thans voorgestelde middel erger is dan de kwaal. De heer PIEREN merkt naar aanleiding van het betoog van de heer Oranje op, dat men bij de inkomstenbelasting evenmin van te voren weet, hoeveel men moet betalen. Men krijgt daarbij eerst een voorlopige aanslag. Dit zou dan ook in strijd met het fiscale recht moeten zijn. Er zijn trouwens in Nederland meer wetten, waardoor een bepaalde voor lopige heffing wordt geëist, terwijl het definitief verschuldigde be drag later wordt verrekend. Mevrouw POLET-Musler herinnert er aan, dat in het voorjaar ver laging van de vermakelijkhedenbelasting is gegeven naar aanleiding van een verzoek van de bioscoopexploitant, waarin werd gezegd, dat te Soest het exploiteren van een bioscoop zeer moeilijk is, daar het pu bliek hier niet zeer bioscoop-minded is. De verlaging is gegeven om te voorkomen, dat de bioscoop geheel gesloten zou worden. Met de heer Oranje is spreekster het volkomen eens, dat de programma's te Soest op een zeer behoorlijk peil staan. Door onbekendheid heeft de raad in het voorjaar echter meer gegeven dan hij wilde geven. Hij wilde vrij stelling geven voor films, die in de engere zin van het Y/oord documen taire en culturele films zijn. Thans blijkt, dat de Centrale Filmkeu ring het begrip "culturele film" veel wijder opvat dan de raad. Omdat in tegenstelling tot de vorige keer bij dit voorstel aan vankelijk geen overleg met de bioscoopexploitant was gepleegd, heeft spreekster zich verzet tegen behandeling van deze voordracht in de vorige raadsvergadering. Nu dit overleg wel heeft plaatsgevonden en nu de raad een behoorlijk inzicht in de materie heeft, terwijl blijkt, dat de bioscoop nog een redelijke kans van bestaan heeft bij de voor gestelde regeling, acht spreekster deze wijziging geheel aanvaardbaar. Het toevoegen van de kinderfilms aan de vrijgestelde films is eveneens bedoeld als een bewijs van waardering voor het streven om de programma's op een behoorlijk peil te houden. Ook door de voorgestelde wijziging van de vermakelijkhedenbelasting worden goede programma's gestimuleerd. De heer ORANJE zegt, dat de heer Pieren zijn betoog blijkbaar niet geheel heeft begrepen. Bij de inkomstenbelasting kan een ieder van te voren nazien onder welk percentage en onder welke progressie hij valt. Dat men bij de inkomstenbelasting eerst een voorlopige aan slag en daarna aan de hand van later bekende gegevens de definitieve aanslag ontvangt, heeft niets te maken met het beginsel van de wetge ver, dat van te voren bekend moet zijn, wat de belastingplichten zijn. In het onderhavige geval gaat men echter aan de belastingschuldige een belastingplicht opleggen zonder dat hij van te voren weet, waaraan hij toe is. Dit acht spreker in strijd met het fiscale recht. De wethouder YAN DEN AREND merkt op, dat de ondernemer wel dege- - lijk -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1956 | | pagina 308