-- 2 november 1956 -- 135-
De wethouder VAN BEN AREND zegt, dat diensten zijn "bedoeld,
die de overheid in het algemeen aan particulieren bewijst.
Mevrouw POLET-Musler zegt, dat het hier gaat om een dienst puur
in het belang van de volksgezondheid. Het betreft hier een taak, die
men met zijn allen moet betalen.
Verder heeft de wethouder steeds over "de minderheid van de
financiële commissie" gesproken. Het is echter de meerderheid van
deze commissie, die het door de Voorzitter genoemde amendement heeft
ingediend.
De heer PIEREN sluit zich geheel aan bij het betoog van me
vrouw Polet.
Mevrouw LANDWEER-de Visser merkt op, dat wanneer mevrouw Polet
zegt, dat het ledigen van de beerputten een service van de gemeente
aan de bewoners moet zijn, zij ook niet moet komen met het voorstel
daarvoor 6,-- te laten betalen. Deze service moet dan geheel gra
tis geschieden. Spreekster ziet niet in wat voor verschil het maakt,
of men graag gas wil hebben dan wel zijn beerput door de gemeente wil
laten ledigen.
De heer VAN WELY zegt tot de minderheid van de financiële com
missie te behoren, die met het voorstel van B&W akkoord gaat. Sinds
1939 is er geen wijziging in de heffing van rechten voor het ledigen
van beer- en zinkputten gekomen. De gemeente legt hier op het ogen
blik 16.000,op toe, terwijl zij een kleine winst zou mogen ma
ken. Door het voorstel van B&W om de opbrengst te brengen op
20.000,-- wordt de verleende dienst ook nog niet betaald. Wanneer
de put voor de tweede keer in een jaar moet worden geledigd, kost
dit slechts 3>--« Voor twee maal ledigen van een put betaalt men
dus 13,--j hetgeen neerkomt op 6,50 per keer. Dit vindt spreker
nog zeer zuinig betaald voor het werk, dat de gemeente moet verrich
ten.
De VOORZITTER deelt mede, dat B&W naar aanleiding van de niet
zeer gunstige begrotingspositie der gemeente met dit voorstel zijn
gekomen. Het is onjuist deze dienst van de gemeente te vergelijken
met een algemene dienst als de politie en zelfs de straatreiniging.
Daar zijn geen individueel personen aanwijsbaar, die direct belang
bij de dienst hebben. Bovendien betreffen deze diensten het algemeen
belang, een bescherming van de gehele samenleving tegen bepaalde kwade
invloeden. De onderhavige dienst wordt echter verleend aan personen,
die daarvoor een beroep op de gemeente doen. Spreker kan zich voor
stellen, dat iemand twijfelt tussen een keer meer de beerwagen te
laten komen en het laten maken van een nieuwe zinkput.
Wanneer de riolering zal zijn tot stand gekomen, zal een hoger
bedrag aan rioolbelasting moeten worden geheven dan op het ogenblik
voor het ledigen van de beer- en zinkputten wordt betaald. Dan zijn
het weliswaar andere mensen die het moeten betalen, maar dit doet aan
het beginsel niets af. Of de huiseigenaren de riolering integraal
kunnen betalen, is overigens zeer twijfelachtig, omdat de riolering
hier zo duur is. Op een behoorlijk niveau zal de rioolbelasting echter
wel moeten liggen.
Daar sinds 1939 voor het ledigen van de beer- en zinkputten
3?-- wordt berekend, meent het college dat dit thans zeker tot
10,-- mag worden verhoogd. Voor het grootste deel der huizen moet
de beerwagen eenmaal per jaar komen. Wanneer de wagen meermalen
moet komen, vindt dit meestel zijn oorzaak in hot feit, dat er geen
mogelijkheid is orn bij het huis een nieuwe zinkput te maken. Daar de
betrokkenen daar niets aan kunnen doen - men zou de oorzaak daarvan
- zelfs -