Nr. 9 7 december 1956 159.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op vrijdag 7 december 1956, te 19.15 uur.
VOORZITTERS de burgemeester, de heer Mr. S.P. Baron Bentinck.
SECRETARIS.' de heer J.J.J.M.Pesten.
Tegenwoordig de ledens C.van AndelJ.van den Arend, A.Brouwer,
H.A.ButzelaarH.J.S.ClemensT. Lorresteijn, P.Grift, K.de
Haan, AP.HilhorstH.C.Klarehbeekmevrouw S,G.Landweer-de
Visser, Lr. D.J.P.Oranjemevrouw S.M. Polet-MuslerP.C.Pieren,
J.A .Schaafsma P.H.VersteyneM.M.van Y/ely, Y/.G.van Zadelhoff
en J.D.L.Zoetelief
Le VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van
de gebedsformule. Vervolgens verleent hij het woord aan de
heer Van Andel, die dit gevraagd heeft om een voorstel te doen
en dit toe te lichten.
Le heer VAN ANLEL dankt de voorzitter voor de hem geboden
gelegenheid om zijn voorstel toe te lichten. Hij vraagt zich
echter af, of dit toelichten inderdaad nodig is.
Wij mensen van de vrije wereld - zo gaat spreker voort -
kunnen ons de toestand, waarin het Hongaarse volk thans ver
keert nauwelijks indenken. Laarvan kunnen wij ons zelfs niet
een juiste voorstelling maken.
Le verontwaardiging over de rechtsverkrachting is algemeen,
Wij weten hoe dit volk zich een eigen vrije democratische
regering wenst. Y/ij huiveren bij de gedachte hoe daarginds
ontelbaren lijden.
Le radioberichten, de kranten, zij zeggen ons genoeg.
Als wij denken aan onszelf, kunnen wij niet dankbaar
genoeg zijn voor hetgeen wij bezitten in onze vrijheid, in een
leven zonder angst en ook voor de stoffelijke welvaart, waarin
ons land verkeert.
Het lijkt echter, mijnheer de voorzitter, of ik hier mijn
voorstel verdedig. Lit is niet mijn bedoeling. Ik meen het
vanzelfsprekend te mogen achten, dat de gehele raad achter dit
voorstel staat.
Ik weet, het gaat hier minder om het zittingsgeld van deze
avond. Lit is slechts een druppel op een gloeiende plaat. Het
is de daad - de gemeenschappelijke daad -, die ik voorstel om
als raad van de gemeente Soest ons één te tonen in onze ge
voelens ten opzichte van een volk, dat onbeschrijflijk moet
lijden, onder een ondemocratische en zelfs demonische onder
drukking
Hiermede meent spreker te kunnen volstaan.
Le VOORZITTER dankt de heer Van Andel voor diens woorden.
Hij heeft daaruit begrepen, dat de raadsleden ermede akkoord
gaan het presentiegeld voor deze vergadering af te staan voor
de Hongaren. Laar is spreker zeer dankbaar voor. Vooreerst
omdat er ontzaglijk veel nodig is, maar ook omdat door deze
daad van de raadsleden individueel blijkt, dat de raad, dat
de vertegenwoordiger van de burgerij in Soest voelt, dat wij
allen een daad moeten stellen om de Hongaren in de vrije
wereld te helpen. Er is vrij veel gesproken over het gehele
drama, dat zich in Oost-Europa afspeelt en dat zich heeft toe
gespitst tot de gebeurtenissen in Hongarije.
- Loor -