-- 7 december 19 56
143.
204. Voorstel tot verlening van ontheffing van de verbodsbepaling,
genoemd in art. 2 der verordening ex artikel 4 der Hinderwet
1875 aan?
a. R.Westra, Nieuweweg 59 te Soest voor uitbreiding van zijn
inrichting tot bewaring van afval (lompen en metalen) op
het perceel Hieuweweg 59, kadastraal bekend gemeente Soest,
sectie H, nr.7530 (1-922).
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
b. H.Quentemeijer te Zeist voor het oprichten van een benzine
bewaarplaats en een reparatie-inrichting voor motor-voer
tuigen op het perceel kad. bekend gemeente Soest, sectie
H, nr. 7654 gelegen aan de Middelwijkstraat (1-926).
De heer ORANJE is van oordeel, dat dit voorstel wel
enige opheldering behoeft. De commandant van de brandweer
heeft een afwijzend advies uitgebracht, terwijl het advies
van de directeur van gemeentewerken wel niet positief afwij
zend is, maar toch een afwijzende strekking heeft. Deze
directeur zegt? "het gehele plan verkeert al in een te ver
gevorderd stad„ium om de raad voor te stellen de gevraagde
ontheffing te verlenen." Dit is een zeer ernstige waarschuwing
aan de raad. Reeds bij herhaling heeft spreker bezwaar ge
maakt tegen het brengen van zaken in een zodanig stadium van
voorbereidingdat de raad alleen nog maar formeel vrij staat
in zijn beslissingen. Hij verzoekt in de eerste plaats nauw
keurig te worden ingelicht, in welk stadium van voorbereiding
deze zaak is en in hoeverre de raad het college in verlegen
heid zou brengen door dit verzoek af te wijzen.
Tot zijn spijt moet spreker verder constateren, dat de
overgelegde tekeningen geen voldoende beeld geven van de
situatie - zoals die naar de bedoelingen van de aanvrager zou
moeten worden - om de bezwaren, die zowel de commandant van
de brandweer als de directeur van gemeentewerken hebben, te
kunnen beoordelen. Het is toch geen gewoonte bij het inwilli
gen van een verzoek verder te gaan dan dat verzoek. Hierin
wordt alleen gesproken van een "service-station"terwijl in
het besluit sprake is van een benzinebewaarplaats en repara
tie-inrichting.
De VOORZITTER deelt mede, dat de plannen ten aanzien van
de hinderwetvergunning in geen verder stadium verkeren dan
hier behandeld wordt, In overeenstemming met wederopbouw is
de bouwvergunning verleend, maar dit staat los van de hinder
wetvergunning. Het zou echter voor de heer Quentemeijer dus
wel een grote teleurstelling zijn, indien de gehele zaak niet
zou kunnen doorgaan, nu reeds zo vele moeilijkheden ten aan
zien van de bouw zijn overwonnen.
De bezwaren van de commandant van de brandweer zijn voor
een gedeelte van verkeerstechnische aard. Die liggen meer
op het terrein van de rijkswaterstaat dan van de brandweer.
Aangezien met de rijkswaterstaat tot een oplossing voor deze
moeilijkheden is gekomen, achten B&W dit bezwaar ondervangen,
terwijl bovendhen een verkeerssituatie geen reden is om een
vergunning ingevolge de Hinderwet te weigeren.
Andere eventuele bezwaren van de brandweer komen eerst
bij het verlenen van de hinderwetvergunning ter sprake. Ge
vraagd wordt slechts ontheffing van de verbodsbepaling,
waardoor het college de vergunning kan verlenen, waarbij
waarschijnlijk voorwaarden zullen worden gesteld. De bezwaren
- zi jn -