- 12 december 1956 -
161
Een ander probleem ten opzichte waarvan de gemeente toch
wel een zeer belangrijke taak heeft, is het stimuluren van een
verantwoorde vrijetijdsbesteding. Met grote vreugde zag
spreekster de aangeboden subsidieregeling voor de sport. Dit
is echter nog slechts een bescheiden stap. Zij verzoekt ook
een onderzoek te laten instellen naar de mogelijkheid van sub
sidiëring van verenigingen, die op algemeen cultureel gebied
werkzaam zijn» Dit behoeft dan h.i, beslist niet beperkt te
blijven tot de jeugd. G-ezien de grote vorderingen der techniek
laat het zich aanzien, dat, indien zich geen gewelddadige on
derbrekingen voordoen, de huidige generatie de 40-urige werk
week nog zal beleven. Daardoor wordt het vraagstuk van een
actieve en verantwoorde vrijetijdsbesteding nog urgenter. Hoe
minder arbeidsvreugde de mens in een meer en meer gemechani
seerd arbeidsproces zal smaken, hoe meer hij nodig heeft een
actieve vrijetijdsbesteding, welke de in hem ongebruikt blij
vende krachten aanboort. En hoe moeilijker het zal vallen
juist deze actieve instelling te bevorderen. Wanneer er bij
de jeugd sprake is van een verkeerde vrijetijdsbesteding,
noemt men dat baldadigheid. De laatste jaren heeft dit vraag
stuk heel wat pennen in beweging gebracht, doch het verlossen
de woord is nog steeds niet gesproken. Natuurlijk valt ver
scherping van het politietoezicht toe te juichen. Dit zal waar
schijnlijk preventief werken. Maar of daardoor het kwaad in de
wortel wordt aangetast, valt te betwijfelen. Des te meer is het
te betreuren, dat volgens het college door gebrek aan belang
stelling bij het onderwijzend personeel er niet aan schooltui
nen behoeft te worden gedacht. Zou het misschien mogelijk zijn
dit probleem eens met het gezamenlijke personeel der scholen
te bespreken? Wellicht kunnen gegronde bezwaren uit de weg
worden geruimd en doet de vernieuwing van het onderwijzers corps
der laatste jaren haar invloed gelden. Hiermede is echter niet
gezegd, dat dit de enige oplossing is. Dan zou men tekort
schieten in waardering voor de vele pogingen van de speeltuin
verenigingen op dit gebied.
Het stemt tot voldoening, dat betrekkelijk korte tijd
nadat de enquête onder de bejaarden was afgesloten en de daar
uit naar voren gekomen wensen de raad ter kennis waren gebracht,
het aollege de raad ter zake kundig heeft laten voorlichten
over de moeilijkheden en mogelijkheden verbonden aan het stich
ten van een bejaardencentrum. Dit geeft het volste vertrouwen,
dat met dezelfde vastberadenheid deze weg zal worden gevolgd.
Hopelijk zullen nog in de loop van dit jaar concrete voorstel
len de raad bereiken.
Spreekster vraagt, hoeveel arbeidsdagen naar schatting
zouden kunnen worden geleverd door de door het college genoemde
werkgelegenheidsobjecten. Zou het niet verstandig zijn reeds
naar volgende objecten uit te kijken en deze vast te laten
voorbereiden?
Met het college is spreekster van mening, dat de huidige
regeling bij de nieuwbouw grotere mogelijkheden biedt. Aan
de andere kant wordt hierdoor de eis naar voldoende bouwgrond
des te klemmender. Het gevaar is zeker niet denkbeeldig, dat
men door de ontstellende behoefte aan huizen gedreven, maar in
gebruik neemt wat er nu toevallig is, terwijl men de desbetref
fende grond beter zou kunnen laten liggen voor een project,
dat pas over enige jaren kan worden gerealiseerd, maar dat op
die plek beter tot zijn recht zou komen. Het is toch niet over
dreven een of twee jaar op de directe behoefte vooruit te zijn.
- Wat -