--12 december 1956 -- 162.
Wat de oorzaak nu precies is van de stagnatie op dit gebied,
doet er feitelijk weinig toe. Welke maatregelen denkt het
college echter te nemen om zo spoedig mogelijk verbetering
in de toestand te brengen?
Spreekster zou een steeds in belangrijkheid toenemend
gebied der gemeente tekort doen, als zij niet voor een paar
dringende aangelegenheden betreffende Soesterberg de aan
dacht vroegHoe staat het met de winkelbouw daar ter plaat
se en in welk stadium verkeert het plan voor het Dorpsplein?
Hopelijk heeft het verkeersprobleem de volle aandacht van
het college,, Zou het mogelijk zijn, dat niet te lang gewacht
wordt met het publiceren van reeds vaststaande plannen? Dit
terneer daar men meestal wel begrip opbrengt voor technische
belemmeringen bij het uitvoeren van een plan, omdat men dan
het gevoel heeft, dat er toch wat wordt gedaan en dat er
naar een oplossing wordt gestreefd»
De financiële verhouding tussen het rijk en de gemeen
ten is reeds zo vaak aan de orde geweest. Men is er aller»
wege van overtuigd, dat de huidige toestand veel te wensen
overlaat. Hoe het dan wèl moet, is een open vraag. Spreek
sters fractie dringt er nog eens met klem bij het college
op aan, zich bij het opzetten van de benodigde plannen toch
vooral niet te laten remmen door de financiële positie der
gemeente. Wanneer het college met plannen komt, die door de
gehele raad worden gesteund, moet men er in s-Gravenhage
ook begrip voor hebben en moet de gemeente er daar gehoor
voor kunnen vinden.
De kwestie van de leningspolitiekdie bij een aparte
gelegenheid aan de orde zal komen, wil spreekster thans
laten rusten.
De heer 0BAHJE wil met de voorgaande sprekers een
v/oord van waardering uitspreken voor al hetgeen wat in de
eerste plaats door de voorzitter, maar ook door de wethou
ders in het afgelopen jaar voor de gemeente is verricht.
Het is een genoegen om telkens weer te kunnen constateren,
hoezeer de gemeentebelangen bij het college op de voorgrond
staan. Het mag dan al zo zijn, dat de voorzitter in het be
hartigen van de gemeentebelangen zover gaat, dat hij een
besparing van 500, gewichtiger vindt dan een extra
raadsvergadering, maar met het verlangen daarnaar bewijst
de raad het college beter te waarderen dan het college de
raad
Spreker biedt de wethouders zijn gelukwensen aan voor
de weddeverhogingdie hen in uitzicht is gesteld. Deze is
hun van harte gegund. In het bijzonder denkt hij daarbij
aan de wethouder van openbare werken, die zonder enige
twijfel de zwaarste en moeilijkste taak van de leden van
het college heeft. Hierbij aansluitend wil spreker opmerken,
dat de heer Van Zadelhoff vele talenten heeft. Een van deze
talenten is de kunst om argumenten en motieven, door anderen
tegen hem aangevoerd, te bagatelliseren en gemoedelijk van
de tafel te wapperen. Spreker heeft dit herhaaldelijk kunnen
observeren en hij is gelukkig sportief genoeg om hiervoor
waardering te kunnen hebben.
Het vorig jaar heeft spreker zijn algemene beschouwin
gen gesloten met de conclusie; Wij worden hoe langer hoe
meer landskinderen met een zakgeld, waarmede wij niet kunnen
uitkomen. "Hoe langer, hoe meer"heeft hij gezegd en dit
is helaas maar al te waar gebleken. Dat zakgeld vooral wordt
- hoe -