12 december 1956.-- 191. De heer ORANJEDus deze regeling is niet bedoeld om voor een verdere toekomst al direct te gelden. De wethouder VAN ZADELHOEF.8 Het zou natuurlijk voor de verenigingen wel zeer teleurstellend zijn, wanneer de raad het volgende jaar minder gaat geven. ij leggen ons dus in be ginsel vast op het subsidiëren van de jeugdsport. De heer ORANJE? Maar het volgende jaar kan deze regeling dus opnieuw in beschouwing worden genomen om te zien, of zij goed werkt? De wethouder VAN ZADELHOFF? Inderdaad. De regeling is echter zo eenvoudig mogelijk gehouden. Hopelijk zal dit in de toekomst zo blijven, omdat anders de gemeente veel meer inzage moet hebben in de stukken der verenigingen. Eet is beter zich zo weinig mogelijk met de interne zaken der verenigingen te be moeien. Het kan echter zijn, dat iets meer vastgelegd zal wor den ten aanzien van secundaire subsidies, dus niet ten aanzien van het subsidie per jeugdlid, maar ten aanzien van subsidies voor andere activiteiten van de verenigingen, bijvoorbeeld het actief bezighouden van de jongens. Het zou namelijk misschien aanbeveling verdienen een vereniging extra te belonen, wanneer zij de jongens zeer actief bezighoudt. Daarvoor is het echter moeilijk richtlijnen vast te stellen. In overleg met de sport- commissie zal thans het bedrag van 6000,--worden verdeeld over de verenigingen. Aan de hand van de daarmede opgedane er varingen kan dan misschien een leidraad worden opgesteld. De heer ORANJE verheugt het, dat wordt uitgegaan van het principedat de gemeente zo weinig mogelijk bemoeiing moet hebben met de interne zaken der verenigingen. Verder is het hem opgevallen, dat de wethouder van open bare v/erken dit onderwerp verdedigt. Dat hij dit doet, wanneer sportterreinen ter sprake komen, acht spreker vanzelfsprekend, maar het wil hem voorkomen, dat deze subsidieregeling meer tot het terrein van de wethouder van onderwijs en sociale zaken behoort. Hij zegt dit niet, omdat hij aan de kwaliteiten van wethouder Van Zadelhoff twijfelt, maar deze heeft het al druk genoeg De VOORZITTER zegt, dat de laatste opmerking van de heer Oranje voor alle leden van het college geldt. De wethouder Van Zadelhoff is de vertegenwoordiger van het college in de commis sie van advies voor de lichamelijke opvoeding en de sport bui ten schoolverband en hij heeft daardoor in de praktijk het meest met deze materie te maken. De heer ORANJE? Is dat wel juist? De VOORZITTERS Dat maakt het college uit. Dat wethouder Van Zadelhoff in de commissie zit heeft goede redenen. De sub sidieverdeling is slechts een klein onderdeel van de werkzaam heden van deze commissie. De commissie heeft zich ook te be moeien met de sportaccomodatiehetgeen een onderdeel is van gemeentewerken De heer ORANJE wijst er op, dat de raad is verstrekt een overzicht van de verdeling der werkzaamheden tussen de wethou ders. In die werkverdeling zou het z.i. beter passen, wanneer deze materie ondergebracht werd bij de wethouder van onderwijs en sociale zaken. De VOORZITTER? Juist niet bij onderwijs, want het is sport buiten schoolverband. De heer VAN 1E1Y gelooft, dat bij deze subsidieregeling de padvinderij is vergeten. De padvinderij houdt de jeugd ook sportief bezig. Daardoor draagt zij zorg voor een goede vrije- - tijdsbesteding -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1956 | | pagina 426