23 maart 1956 -
- 19.
De heer ORANJE dringt er op aan van gemeentewege het
in werking treden van installaties tegen te gaan, wanneer
daarvoor de vereiste ontheffing nog niet is verleend.
De VOORZITTER zou hier beslist geen algemeen geldende
regeling willen maken.
De heer ORANJE merkt op, dat in het onderhavige geval
de zaak zeer sprekend is. Hier had zeker voldoende tijd
van te voren de ontheffing kunnen worden aangevraagd.
De wethouder VAN ZADELHOEP zou in deze een groot ver
schil willen maken tussen ontheffing voor een installatie
in de bebouwde kom en ontheffing voor een installatie op
het industrieterrein.
De heer ORANJE; Doet u dan het voorstel voor het in
dustrieterrein een algemene ontheffing te verlenen.
De wethouder VAN ZADELHOEP; Dat is onmogelijk. Men
kan ook weer niet alles op het industrieterrein toestaan.
Ook daar moet men bepaalde installaties kunnen weren.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
c. G.v.d.Pol, Burg.Grothestraat 28, Soest, voor het oprich
ten, hebben en gebruiken van een lood- en zinkbedrijf op
het perceel Burg.Grothestraat 34? kadastraal bekend ge
meente Soest, sectie A, nr.2693 (1-795).
24. Voorstel tot vaststelling van;
a. een herziening van het uitbreidingsplan Rijksweg (sectie H,nrs.
7655, 7696, 7995, 6443 en 7653, gelegen langs de Middel
wijkstraat) (1-800).
b. een herziening van het uitbreidingsplan Rijksweg (sectie
A, nr.3253 (ged.) (afd.I, nr.800).
c. een herziening van het uitbreidingsplan Rijksweg (R.K.
scholencomplex) (afd.I, nr.778).
De voorstellen 23c en 24 a-c worden zonder discussie
en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
25. Voorstel tot vaststelling van een verordening betreffende
de organisatie en het beheer van de gemeentelijke brandweer
(afd.I, nr.797/3505).
De heer ORANJE wil alvorens tot bespreking van de ver
ordening over te gaan hulde brengen aan de Soester en
Soesterbergse vereniging voor de vrijwillige brandweer voor
hetgeen deze beide verenigingen in het belang van de brand
weer verrichten. Dit zeer veeleisende werk geschiedt op zo
danige wijze, dat de Soester bevolking daarin alle vertrou
wen heeft, nu en in de toekomst.
Wanneer spreker bereid is mede te werken aan de tot
standkoming van de onderhavige verordening, wil hij daarbij
laten uitkomen dit te doen uit gehoorzaamheid aan de wet en
niet omdat hij van mening zou zijn, dat de thans bestaande
verzorging van de brandweer zodanige gebreken vertoont, dat
daarin nodig voorzieningen moeten worden getroffen. Integen
deel. Spreker meent, dat het gemeentebestuur er nauwlettend
op moet toezien, dat de vast te stellen verordening de han
del en wandel van de beide verenigingen zo min mogelijk aan
tast en zoveel mogelijk met waarborgen omringt.
Terecht heeft het college van te voren overleg gepleegd
met de beide brandweerverenigingen. Spreker acht dit overleg
van zoveel belang, dat hij het betreurt, dat het college de
- correspondentie -