23 maart 1956 22.
De VOORZITTER acht de voorgestelde wijziging van onderge
schikt "belang.
De heer A.P.HILHORST zou de voorgestelde verordening toch
niet zo plotseling willen wijzigen.
De heer ORANJE wijst er op, dat de verhoudingen ten aan
zien van de brandweer in Soest een uitzondering vormen in
Nederland. Er zijn slechts twee gemeenten, waar verenigingen
van vrijwillige brandweer bestaan, zoals Soest die kent. Het
gemeentebestuur staat dus voor de taak te zoeken naar een
redactie, die aangepast is aan deze uitzonderingstoestand.
De heer AP.HILHORST i Het is inderdaad jammer, dat de
raadsleden de op het overleg met de brandweerverenigingen
betrekking hebbende stukken niet hebben gezien.
De VOORZITTER zegt, dat de aan de raad voorgestelde re
dactie van de verordening dezelfde is als die van de andere
gemeente, waar dezelfde situatie als te Soest bestaat. Spreker
gelooft niet, dat de voorgestelde wijziging kwaad kan.
De heer A.P.HILHORST; U zegt het niet te geloven, do^h
wij moeten zeker weten, dat deze wijziging geen kwaad kan.
De heer ORANJE acht het uit een oogpunt van hiërarchie
beter om in het in artikel 3 genoemde lijstje van personeel
van de brandweer de nummers 3 en 4 orn te wisselen. Het verdient
namelijk de voorkeur de bevelvoerenden en brandweerlieden onder
nummer 3 en de magazijnmeester als laatste te vermelden.
De VOORZITTER merkt op, dat dit niet juist zou zijn. In
brandweerkringen is de voorgestelde volgorde usance. De functie
van magazijnmeester is namelijk een extra taak, die wordt uit
geoefend door iemand, die tegelijkertijd bevelvoerder of
brandweerman is.
De heer VAN WELY merkt op, dat volgens de stukken de
nieuwe Brandweerwet dateert van 23 juni 1952. Waarom heeft het
zo lang moeten duren, voordat deze verordening in de raad aan
de orde komt? Is er een overgangsperiode van vier jaar gesteld?
De VOORZITTER deelt mede, dat de nieuwe verordening ei
genlijk vóór 1 september 1955 had moeten worden vastgesteld.
Het overleg met de brandweerverenigingen heeft echter zoveel
tijd gekost, dat de twee gemeenten, die deze bijzondere fi
guur hebben, de termijn hebben overschreden.
Hierop brengt de Voorzitter de door hem genoemde wijziging
van artikel 3 der voorgestelde brandweerverordening in stem
ming.
De heer CEENENS vraagt, of het college met deze wijziging
akkoord gaat.
De VOORZITTER bevestigt dit.
De wijziging van artikel 3 wordt daarop aangenomen met
13 tegen 4 stemmen.
Voor hebben gestemd de leden; Butzelaar, Itlarenbeek,
Dorresteijn, Van Zadelhoff, R.Hilhorst, Van Wely, Clemens,
Schaafsma, mevrouw Landweer-de Visser, Van Andel, Oranje, Van
den Arend en Brouwer.
Tegen hebben gestemd de leden; Grift, De Haan, A.P.Hil-
horst en Pieren.
De heer ORANJE merkt op, dat in artikel 4 van de verorde
ning wordt gesproken van "de leden van het korps". Het is
beter dit te veranderen in leden van het vrijwillige personeel.
Spreker stelt voor overal in de verordening, waar "korps" staat,
dit te veranderen in; personeel.
- De -