- 17 juni 1957 - - 74- mede samenhangt, zou betrekken. Dit betekent niet, dat spreker het voornemen zou hebben zijn stem aan deze kredietaanvrage te onthouden. Hij acht aanleg van rio lering voor Soest onvermijdelijk en urgentMaar hij stelt er prijs op, zijn stem te kunnen geven met de juiste kennis van de omstandig heden waaronder dit gebeurt. De heer VAD WELY sluit zich aan bij het gesprokene door de heer Oranje. Het heeft hem gefrappeerd, dat het bedrag van 675*000,-- tot 1600.000 d.i. met 140^, is gestegen. In de commissie heeft de wethouder deze stijging aannemelijk gemaakt en spreker is ermede akkoord gegaan, omdat de zuiveringsinstallatie zo spoedig mogelijk tot stand moet komen, maar achteraf blijkt het bedrag van 1.600.000,-- ook nog twijfelachtig te zijn, want er ?rordt nog overleg gepleegd met de technisch adviseur van het waterschap "De Langeindse Maten". Is de wethouder bekend, hoeveel er nog bij zal komen? De wethouder VAN ZADELHOFF is eigenlijk blij, dat in de raad vragen worden gesteld. Hij wil geen blaam werpen op de samenstellers van de voordracht, maar toen hij deze na zijn vakantie zag, kreeg hij zelf ook een onbevredigd gevoel, omdat de indruk gevestigd zou kunnen worden, dat door de lange duur van de gehele procedure het bedrag van 675*000,-- is opgelopen tot ƒ.1.600.000,--. De opdracht aan het Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey is niet in 1950, maar in 1955 gegeven. In 1950 heeft de raad een kre diet aangenomen om het R.I.Z.A. een onderzoek te laten instellen naar de beste wijze, waarop de zuivering in Soest zou kunnen geschieden. In 1953 heeft de raad een krediet van 20.000,-- goedgekeurd voor het maken van bestek en tekeningen door genoemd Ingenieursbureau. Het gaat dus om een tijdperk van vier jaar, waarvan er twee kunnen worden afge schreven, gedurende welke de zaak heeft gestagneerd door de oprichting van de Dano-installatie in 1954? die in 1956 haar beslag heeft gekre gen. Oorspronkelijk is het bedrag van 675*000,-- genoemd. In de in 1955 gehouden bijzondere raadsbijeenkomst over dit project is het be drag van 800.000,-- door de deskundigen genoemd. Toen het college de opgave kreeg aanvankelijk van 1.400.000,-- en later van 1.600.000,-- is het dan ook geschrokken. Het heeft aan het Ingenieursbureau de re denen van deze stijging gevraagd. Het Ingenieursbureau gaf toen de zeven, ook in de voordracht genoemde redenen op. Het college heeft daar direct geen genoegen mede genomen, maar nog eens aan het bureau ge schreven. Dit heeft daarop geantwoord? Ten aanzien van de in 1953 opgestelde globale raming en de thans op gestelde globale raming, kan worden medegedeeld dat de opgedane erva ring bij uitgevoerde installaties en de nieuwere inzichten op zuive ring-technisch gebied van invloed zijn op het thans geraamde bedrag. Vanzelfsprekend zal na de uitwerking van de plannen een ge specificeerde begroting worden toegezonden, zodat desgewenst voor elk onderdeel de kosten kunnen worden vastgesteld. Dit schrijven zal niet geheel bevredigen doch het is in dit stadium niet mogelijk gespecificeerde cijfers te verstrekken. Ten aanzien van de cijfers vaart het college net zo in de mist als de raad. Het betreft hier echter een op dit terrein bekend bureau, dat zijn sporen reeds lang heeft verdiend. Spreker is er van over tuigd, dat er een installatie zal komen, die voldoet aan de nieuwe inzichten, die op het ogenblik op het gebied van de zuivering van het afvalwater heersen. Omtrent de juistheid van deze cijfers, die door do gemeentelijke dienst en door de Provinciale Waterstaat niet alle kun-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 148