- 17 juni 1957 -- 86.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt niets liever te doen dan het
Oude Grachtje definitief op te knappen, maar laat de wethouder van
financiën maar zeggen, hoe de gemeente aan de daarvoor benodigde fi
nanciën moet komen!
De heer CLEMENS zou gaarne zien, dat de ruïne aan de Radema-
kerstraat wordt opgeruimd. De situatie is gevaarlijk en bestaat er nu
reeds een jaar en drie maanden. In die tijd hebben de verzekeringmaat
schappijen de schade toch wel kunnen berekenen. Kan de gemeente niet
zorgen, dat de boel wordt opgeruimd?
De VOORZITTER zou niet weten, welke bevoegdheid het gemeente
bestuur daartoe heeft.
De heer CLEMENSs Met de Voorstraat in Utrecht zou het wel
anders gaan.
De VOORZITTER: In straten in steden ziet men ook wel eens
ruïnes staan. Indien de gemeente de zaak zou opruimen, zouden partij
en haar kunnen aanspreken met het motief, dat zij het onmogelijk heeft
gemaakt de aanwijzingen voor schuld van iemand aan te tonen. De ge
meente staat er geheel buiten. Het college heeft alle medewerking ver
leend om te zorgen, dat er herbouwd kan worden, maar voor het opruimen
heeft het geen enkele bevoegdheid.
De heer CLEMENS zegt, dat misschien bij Waterstaat op opruimen
kan worden aangedrongen.
Hierna sluit de voorzitter, te 25*00 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de Raad der gemeente Soest, gehouden op 12 juli
1957.
Re secretaris, De voorzitter,
Typ;RS
Colls r-7