27 september 1957 105. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen 14-8. Voorstel tot vaststelling vans a0 Sen verordening op de heffing en invordering van school gelden aan de gemeentelijke scholen voor kleuteronder wijs in Soest (IV-1054-4808) De VOORZITTER deelt mededat de onderwijscommissie zich met het voorstel kan verenigen, maar vraagt te willen na gaan of voor het verkrijgen van reductie als bedoeld in ar tikel 6 de indiening van een daartoe strekkend verzoek van de schoolgeldplichtige wel nodig is. De financiële commissie verenigt zich met het voorstel van burgemeester en wethouders. In verband met de opmer king van de onderwijscommissie is zij van oordeel dat art. 6 van de verordening ongewijzigd dient te blijven. Mevrouw LANDWEER-de Visser blijft van oordeel, dat de reductie automatisch moet plaatsvinden en niet door de ouders moet worden aangevraagd. De wethouder VAN DEN AREND zou de door het college voorgestelde redactie willen handhaven, daar deze is over genomen uit de rijkssubsidieregeling. Een tweede bezwaar tegen het standpunt van de onderwijscommissie is, dat het mogelijk is, dat ouders de kinderen naar verschillende kleuterscholen hebben gezonden, hetgeen het gemeentebe stuur niet bekend is. Het is daarom logisch, dat de ouders moeten verzoeken de reductie te krijgen. Mevrouw LANDWEER-de Visser wist niet, dat de gemeente aan de redactie van de rijksregeling is gebonden. Zij dacht dat de gemeente in deze vrij is. Wanneer de ouders het zich willen permitteren hun kin deren naar verschillende kleuterscholen te zenden, vindt spreekster het helemaal niet erg, dat zij dan het volle pond betalen. Wanneer de kinderen echter op één school zijn, laat dan de reductie automatisch in werking treden. De VOORZITTER wijst er op, dat in de voordracht staat; "Bij Koninklijk Besluit van 12 juni 1956, S 324? is bedoelde algemene maatregel van bestuur, het Besluit School geld Kleuteronderwijs, vastgesteld. Hierin zijn het tarief, de reductie bij schoolbezoek van meer dan één kind uit het zelfde gezin, schoolgeld bij tussentijdse plaatsing, ont heffing en vrijstelling geregeld, "De vrijstellingsno.rmen zijn opgenomen in de beschikking van de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen van 11 juni 1956, nr. 34168". Naast de in dit Koninklijk Besluit en in deze beschikking van de minister opgenomen bepalingen heeft de raad de bevoegd heid aanvullende bepalingen vast te stellen. Om de gehele zaak leesbaarder en overzichtelijker te maken stelt het col lege voor zowel de bepalingen van het Koninklijk Besluit en de beschikking van de minister als de door de raad vast te stel len bepalingen in één verordening onder te brengen. Dan heeft men alles bij elkaar. Ditwil echter niet zeggen, dat de raad de in het Koninklijk Besluit of in de beschikking van de minister vermelde bepalingen mag veranderen. Die moet de ge meente integraal overnemen. Mevrouw POLET-Musler zegt, dat in de financiële commissie bovendien is toegezegd, dat de reductie ondanks dezo bepaling automatisch zal worden toegepast, wanneer ouders meer kinde ren op dezelfde gemeenteschool hebben. Wanneer de gemeente - echter -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 206