- 27 september 1957 - 106. De heer VAK WELY zegt, dat er altijd een goede verhouding heeft bestaan tussen de salarissen van het hogere en die van het lagere en middelbare personeel. Wanneer de salarisverho ging voor het hogere personeel wordt doorgevoerd, wordt deze verhouding totaal verbroken zoleng de salarissen van het lage re en middelbare personeel niet dienovereenkomstig worden op getrokken, Dit is funest. Voor alles is het noodzakelijk, dat er een goede verhouding bestaat tussen de verschillende groe pen van het gemeentepersoneelDoor de thans voorgestelde gang van zaken moet het lagere en mid.delbare personeel wachten tot ook voor hen een regeling wordt getroffen. Het staat te vrezen, dat een dergelijke regeling eerst in de verre toekomst tot stand zal komen. In het Algemeen Handelsblad van gisteravond stond, dat niettegenstaande de verhoging van de topsalarissen er geen kans is op verbetering van de salarissen van het lagere en middelbare rijkspersoneel, waarvoor oorspronkelijk ook toe zeggingen zijn gedaan. Daarvoor ontbreekt het geld. Spreker misgunt het hogere personeel de salarisverhoging in genen dele, maar het maken van verschil in behandeling tussen het hogere personeel en het lagere en middelbare personeel stuit hem tegen de borst. Verschillende gemeenteraden hebben zich tegen de ver hoging van de salarissen der topfunctionarissen verklaard. Zo heeft de gemeenteraad van Amersfoort deze verhoging met 21 te gen 10 stemmen afgewezen. Ook dit geeft te denken. De heer VAN ANDEL is het met de heer Van Wely eens, dat men op het ogenblik in het duister tast ten aanzien van de ver betering der salarispositie van het lagere en middelbare per soneel. Het bericht in het Algemeen Handelsblad was niet meer dan een kennisgevingDe zienswijze van de regering over een verhoging van de salarissen van het lager bezoldigde personeel kent men niet. Het is beter de regering te vragen om een nadere motivering van de suggestie, de salarissen van het hogere per soneel wel en die van het lagere en middelbare personeel niet op te trekken. De heer ORANJE heeft persoonlijk de neiging om te zeggens Hier ligt een voorstel tot verhoging van de tractementen der topfunctionarissenlaat men dit niet koppelen aan een even tuele salarisverhoging voor het lagere en middelbare personeel Laat men zich vooral niet op het standpunt stellens Wanneer het lager bezoldigde personeel geen salarisverhoging krijgt, krijgen de topfunctionarissen die ook niet. Hij acht het het meest juiste zich op het ogenblik te beperken tot hetgeen voorligt. Dit moet men op zijn eigen merites bekijken. Voor zover spreker het kan beoordelen, is de aan de raad voorgeleg de salarisverbetering inderdaad wenselijk en noodzakelijk. Hij acht het daarom het beste de aanbeveling van de regering te volgen in afwachting van verdere suggesties van regeringswege. De heer BUTZELAAR zegt met de heren Pieren en Van Wely van oordeel te zijn, dat de salarissen van het lagere en middelbare personeel zeer zeker moeten worden verhoogd. Hij is echter ook voorstander van hetgeen burgemeester en wethouders de raad heb ben voorgelegd. Wanneer de hogere ambtenaren salarisverhoging krijgen zit daarin bovendien een stimulans om ook voor de ande re groepen van ambtenaren de salarisverbetering er door te krijgen. Wanneer de salarisverhoging voor het hogere personeel niet doorgaat, ziet spreker het er van komen, dat dit perso neel naar het vrije bedrijf vertrekt. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 212