- 22 oktober 1957 - 120. zijn gedaan. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 172. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanleg van de tuin van de Groen van Prinstererschool (1-1068) 173. Voorstel tot beschikbaarstelling van een extra krediet voor de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de openbare u.1o.-school (1-1076). 174. Voorstel tot het overdragen van de bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders tot verkoop van goederen van geringe waarde gedurende het jaar 1958 (1-1073-4867) Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de volgnummers 172 tot en met 174 besloten. 175. Voorstel tot benoeming vans a. een onderwijzeres aan de openbare lagere school aan de Beetzlaan (1-1078). De VOORZITTER verzoekt de heren Pieren en Brouwer met hem het stembureau te vormen. Met algemene (17) stemmen wordt benoemd mejuffrouw J.M.Vos (De heer Hilhorst komt, te 19.30 uur, ter vergadering). b. een onderwijzer aan de openbare u.l.o.-school (1-1080). Met algemene (18) stemmen wordt benoemd de heer J. J.Ritsema 176. Voorstel tot benoeming van een plaatsvervangend lid der schoonheidscommissie ingaande 1 januari 1958 (1-1070). Mevrouw LANDWEER-de Visser merkt op, dat een af tredend lid van de schoonheidscommissie meteen wordt be noemd tot plaatsvervangend lid en dan later weer wordt voorgedragen voor gewoon lid. Zo blijven steeds dezelfde mensen de schoonheidscommissie uitmaken. Gezien het oordeel van sommige mensen over de schoonheidscommissie, vraagt spreekster zich af - zonder iets aan de capaci teiten van de thans zitting hebbende leden te willen afdoen of het niet verstandig zou zijn fris bloed in de schoonheidscommissie te verkrijgen. De wethouder VAN ZADELH0PP gelooft, dat men het oordeel van sommige mensen over het werk van de schoon heidscommissie naast zich neer moet leggen. Het is ont zettend moeilijk het werk van de schoonheidscommissie te beoordelen. Daarbij kan men niet afgaan op hetgeen men hoort, wanneer men zijn oor te luisteren legt. Het gemeentebestuur moet zich op het standpunt stellen leek te zijn. Juist daarom is de schoonheidscommissie nood zakelijk. Wat het brengen van fris bloed in de schoonheids commissie betreft, wijst spreker er op, dat de heer Van Putten nog betrekkelijk jong is en pas vier jaar aan de werkzaamheden van de schoonheidscommissie deelneemt. Mevrouw LANDWEER-de Visser zegt haar opmerking te hebben gemaakt naar aanleiding van een tocht door de gemeente met het gemeentebestuur, waarbij haar aandacht werd gevestigd op huizen, die door de schoonheidscommis sie zijn goedgekeurd en toch afschuwelijk zijn. Er is haar toen gezegd, dat er huizen worden afgekeurd, die mooier zijn dan de goedgekeurde. Haar opmerking heeft - echter -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 240