- 22 oktober 1957 - 121.
echter niet betrekking speciaal op de thans voorgedragen
persoon.
De wethouder VAN ZADELHOEE zegt persoonlijk de door
mevrouw Landweer bedoelde huizen ook lelijk te vinden. Als
leek kan men dit echter niet beoordelen. Zo heeft hij zich
ten aanzien van de nieuwe schouwburg te Keulen afgevraagd,
hoe men iets dergelijks heeft kunnen bouwen, terwijl in de
vakliteratuur over dit bouwwerk zeer waarderend is geschreven
Mevrouw LANDWEER-de Visser gelooft toch niet, dat men
alles wat hypermodern is, maar mooi moet vinden. Wanneer
mensen een huis voor eigen bewoning willen bouwen, moeten
zij op last van de schoonheidscommissie vaak veel verande
ringen in het plan aanbrengen. Voor deze mensen komt zij op.
De wethouder VAN ZADELHOEE zegt, dat de schoonheids
commissie beoordeelt, of een bouwwerk een gaaf geheel is.
En dan doet het er niet toe, of het een moderne dan wel een
ouderwetse stijl betreft. De laatste tijd worden de leden
van de commissie openbare werken bij toerbeurt in de gele
genheid gesteld een zitting van de schoonheidscommissie bij
te wonen. Mevrouw Polet en de heer Oranje hebben zo'n zit
ting meegemaakt. Hoe is hun oordeel hierover?
Mevrouw POLET-Musler zegt, dat het werk van de schoon
heidscommissie een vak op zich zelf is. Wanneer men hierover
praat, moet'men zich goed realiseren, dat hetgeen het pu
bliek thans aardig vindt in de toekomst wellicht niet mooi
wordt gevonden. Het is h.i. bij de architectuur net als bij
de muziek. Een wijsje, dat thans populair is, omdat het
gemakkelijk in het gehoor ligt, wordt over vijftig jaar
waarschijnlijk niet meer gespeeld. Een architect, die zijn
vak verstaat, houdt niet alleen rekening met hetgeen thans
mooi wordt gevonden, maar ook met hetgeen een volgende
generatie zal vinden.
De heer ORANJE is onder de indruk gekomen van de ernst,
waarmede de schoonheidscommissie de zaken bekijkt. Het is
een uitermate moeilijk werk.
Mevrouw Landweer zegt, dat bepaalde mensen een project
voorleggen voor een huis waar zij zelf in willen wonen,
welk project dan wordt afgekeurd. Ook de bizarre woningen
zijn e chter voorgelegd door mensen, die daarin zelf willen
wonen. Hiervoor geldt dus hetzelfde. Wanneer iemand iets wil
laten bouwen, waar hij zelf in wil wonen, moet men ook in
dit opzicht zijn mening zoveel mogelijk respecteren. Alleen
wanneer iets bepaald aanstootgevend of in strijd met het
algemeen belang is, moet worden ingegrepen.
De heer HILHORSÏ merkt op, dat uit deze discussie blijkt,
dat wanneer alle raadsleden zouden kunnen worden gepromoveerd
tot wethouder, er geen kritiek meer op het gemeentebestuur
zou bestaan.
De schoonheidscommissie is slechts een adviescommissie.
Spreker meent, dat de wethouder en de directeur van gemeente
werken steeds de vergaderingen van de schoonheidscommissie
bijwonen. Zij zullen door de ervaring wel enig inzicht in
deze hebben gekregen. Hij is van oordeel, dat het fout zou
zijn iedere keer iemand anders voor de schoonheidscommissie
aan te trekken. Daardoor krijgt men steeds nieuwelingen, waar
door juist dingen kunnen gebeuren, die mevrouw Landweer heeft
geconstateerd. B&W moeten voor eventuele uitwassen waken.
Mevrouw Polet en de heer Oranje zullen hebben geconsta
teerd, dat de schoonheidscommissie in een geest van overleg
- de -