- 19 december 1957 - 181 provincie en rijk. Daarna dient het gemeentebestuur elke gelegenheid aan te grijpen om te wijzen op alsdan over bodige bemoeizucht. Spreker gebruikt nu het woord "be moeizucht", want het is met de mens nu eenmaal zo gesteld, dat hetgeen hij vandaag doet in het raam van bepaalde omstandigheden, morgen tot levenshouding wordt verheven. Waar vandaag de kapitaalmarkt toe noopt, is systeem ge worden wanneer morgen die omstandigheden weer veranderen. Met elkander dient men er voor te waken, dat dit niet ge beurt Men dient ook op andere punten, die als een complex hiermede samenhangen, waakzaam te zijn. Die andere punten zoekt spreker in eigen omgeving. Is het bijvoorbeeld bij het college nooit voorgekomen, dat bij een bepaald beraad de vraag bij voorbaat ter tafel kwam, of een gedachte oplossing wel voldoende kans op goedkeuring zou maken en is het college daarbij zelfs nooit zover gegaan, dat het in vooroverleg zich bij voorbaat van de kansen op goed keuring heeft overtuigd? Zolang dit een oriëntatie is op de vraag, of met een gemeentelijk belang het daaroverheen reikend algemeen belang niet wordt geschaad, is daar niet alleen niets tegen, maar zelfs alles voor. Maar hoe ge makkelijk gaat men niet veel verder en glijdt een derge lijke handelwijze niet uit naar de lijn van de minste weerstand en hoe gemakkelijk komt het toezichthoudend orgaan dan niet op de stoel van het gemeentebestuur te zitten, op een plaats die het gemeentebestuur dan in feite zelf heeft vrijgemaakt. Spreker ziet de autonomie van de gemeente als een kostbaar gemeentelijk en ook als een kostbaar nationaal goed. Daarom is het naar zijn overtuiging noodzakelijk daarvoor bij voortduring te pleiten; daarom dringt hij er bij het college op aan in deze voor te gaan, waar en- wanneer dit maar enigszins mogelijk is. Wanneer hij uitgaande van deze beschouwingen de voorliggende begroting beziet, constateert spreker met grote voldoening, dat het college bij het ontwerpen daar van niet is afgeweken van het beginsel, dat de gemeente zich naar de behoeften van het eigen verzorginspeil heeft te richten. Wanneer men ziet, dat geen enkel object op de kapitaaldienst is opgenomen, lijkt het tegendeel het geval te zijn. Toch is dat niet zo. Want uit alles blijkt, dat het college niet heeft bedoeld uit eigen beleid de ge meentelijke besteding te beperken, maar alleen de nood zakelijke voorzieningen uit te stellen totdat de kapitaal markt weer mogelijkheden tot investering zal bieden. Uit dit ontwerp blijkt, dat het college niet alleen wil voort gaan met de door bijzondere kredieten mogelijk te maken woningbouw, maar ook bijvoorbeeld met de riolering, met fiets- en wandelpaden en zo mogelijk meer. Terecht zijn voor deze werken reeds thans afschrijvingsbedragen opge nomen. De gemeente stelt wel uit, omdat dat niet anders kan, maar aan een eigen bestedingsbeperkingspolitiek doet de gemeente vooralsnog niet. Spreker is het college dank baar voor deze houding en hij stelt zich daar overtuigd achter. Zolang de gemeente niet waar wordt gemaakt, dat zij met voortgaan langs deze weg het algemeen belang schaadt, vertrouwt spreker, dat het college ook inderdaad - met -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 362