- 23 mei 1958.— 51. weerklank zal vinden. Men behoeft de dezer dagen door de burge meester van Den Haag, de voorzitter van de vereniging, te Groningen uitgesproken redevoering maar te lezen om daar zeker van te kunnen zijn. Spreker beveelt in het bijzonder de wethou der van financiën bestudering van die redevoering van de heer Kolfschoten warm aan. De bank schrijft nu met ronde woorden, dat zij de vrijheid van de gemeenten opoffert aan haar eigen vrijheid. Spreker stelt daar tegenover, dat de bank de vrijheid der gemeenten heeft te dienen. Dit is hetgeen men als gemeente van haar heeft te eisen en wanneer de gemeente dit niet doet, schiet zij te kort. De VOORZITTERS Wij zullen ongetwijfeld de ontwikkeling, die hier aan de gang is, in de gaten houden. Als er een moge lijkheid is - en die is er wel - zullen wij van onze mening hierover doen blijken. Hierop wordt dit punt aangenomen voor kennisgeving.. d. Verslag van de werkzaamheden van de schoonheidscommissie over 1957. Dit verslag wordt aangenomen voor kennisgeving. e. Voorstel van B&W inzake bouw- en exploitatie van een pension tehuis voor bejaarden. Mevrouw POLET-Musler had gaarne gezien, dat dit stuk de raadsleden als een nota was toegezonden. Maandagmorgen lag het nog niet ter inzage. In de maandag gehouden commissievergade ring is er op aangedrongen het stuk alsnog aan de raadsleden te sturen. Dit is echter niet gebeurd. Spreekster vindt dit eigen lijk een veronachtzaming van de raadsleden en een bemoeilijking van hun werk. In het stuk zelf heeft zij gemist een overzicht van de fei telijke situatie te Soest, Hoeveel bejaarden zijn er en hoe groot zijn de wachtlijsten voor de tehuizen. Zij weet wel, dat tehuizen hard nodig zijn, maar niet hóe hard ze nodig zijn. De laatste weken is men opgeschrokken door de mededeling, dat zuster Heymans haar werk gaat staken, waardoor vele te Soest gehuisveste bejaarden naar elders zullen worden overgebracht. Spreekster heeft vernomen, dat enige jaren geleden de gemeente dit tehuis te koop is aangeboden. Heeft de gemeente inderdaad de kans gehad dit gebouw te kopen en het tehuis zelf te exploi teren? Mevrouw LANDWEER-de Visser kan het begin van het betoog van mevrouw Polet-volledig onderschrijven. Zij heeft in de onder wijscommissie de wethouder gevraagd, waarom alleen een niets zeggend papiertje bij de ingekomen stukken lag. De wethouder heeft toen de desbetreffende ambtenaar opgebeld. Toen zijn er enkele onleesbaar beschreven velletjes papier gekomen, waardoor spreekster nog niets wijzer is geworden. Mevrouw Polet heeft in de desbetreffende commissie nog met de wethouder over dit onderwerp gesproken. Maar hoe kunnen de genen die niet in deze commissie zitting hebben en die dus over geen enkel gegeven beschikken, over dit punt oordelen? Spreek ster zou daarom gaarne een nadere toelichting over dit onder werp van het college ontvangen. De heer ORANJE zegt, dat het herhaaldelijk voorkomt, dat hij zich gaarne aansluit bij hetgeen mevrouw Polet vóór hem heeft opgemerkt. Maar in dit geval moet hij toch zeggen geheel aan de zijde van het college te staan. Hij gelooft, dat dit volkomen juist heeft gehandeld door deze nota eenvoudig tussen de ingekomen stukken te leggen. Meer aandacht verdient zij wer- - kelijk -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1958 | | pagina 102