-11 februari 1958 -
Mevrouw LANDWEER-de Yisser vraagt, of dit stuk in
plaats van ter afdoening, om preadvies in handen van B&W
kan worden gesteld, opdat de raad weet, wat er aan de heer
Yan Kleef zal worden geantwoord.
Mevrouw POLET-Musler sluit zich aan bij de woorden van
mevrouw Landweer.
Met veel genoegen heeft zij gehoord, dat de voorzitter
in zijn nieuwjaarsrede zeidedat de raad binnenkort voor
stellen zullen bereiken met betrekking tot het probleem
van de huisvesting en verzorging van bejaarden. Wanneer
zal dit "binnenkort" ongeveer zijn?
De heer YAR ANDEL vraagt, of hetgeen de burgemeester in
zijn nieuwjaarsrede heeft aangekondigd tevens betrekking
zal hebben op de bejaarden, waarvan in het onder b vermel
de stuk sprake is. Of zal het een algemene beschouwing van
B&W over het bejaardenprobleem in het algemeen zijn?
De heer YAN 1ELY heeft indertijd een onderhoud met een
van de bestuursleden van "Rustenburg" gehad. Daarbij is
hem medegedeeld, dat de kans bestond, dat het bestuur een
obligatielening zou kunnen plaatsen. Het bedrag van
100.000,-- werd daarbij zelfs genoemd. Daardoor zou
deze vereniging de grond kunnen betalen. Later heeft spre
ker hier nooit meer iets van gehoord, Is het college hier
over iets bekend?
De wethouder DE HAAN herinnert er aan, dat een paar
jaar geleden op lofwaardig initiatief van de heer Van
Kleef is opgericht "Rustenburg", een vereniging die zich
zou bezighouden met het bevorderen van het stichten van
bejaardenwoningen. Het gemeentebestuur heeft met deze ver
eniging contact opgenomen, eensdeels om te weten wat er
leefde, anderdeels om ze te behoeden voor eventuele exces
sen. In die periode opereerden in deze gemeente enige lie
den met wel eens wonderlijke bedoelingen en men kon niet
weten, of deze mensen niet zouden proberen financiële ma
nipulaties uit te voeren met behulp van overigens bona -
fide mensen.
In februari 1956 heeft het college een onderhoud gehad
met de heer Yan Kleef, die optrad namens de vereniging
"Rustenburg". Hem is toen medegedeeld, dat - gelijk het
college bij informatie was gebleken - er geen enkele kans
bestond, dat zijn vereniging zou kunnen optreden als wo
ningbouwvereniging, omdat de minister op het standpunt
staa,t, dat woningbouwverenigingen op dit terrein niet be
horen te worden toegelaten. Het college heeft de heer Van
Kleef toen geadviseerd, even af te wachten het rapport
van de gemeentelijke adviescommissie en hem is voorts me
degedeeld, dat dan zou worden nagegaan of er voor hem op
dit terrein een taak kon liggen. Nadat bedoeld rapport was
verschenen is de vereniging "Rustenburg" geadviseerd zich
om te zetten in een belangengemeenschap of belangenvere
niging. De notaris ter plaatse, die deel had uitgemaakt
van de commissie, kwam tot hetzelfde advies. Namens "Rus
tenburg" heeft de heer Van Kleef daarop verklaard? wij
gaan door, wij moeten toch een woningbouwvereniging hebben.
De notaris heeft vervolgens op eigen gelegenheid ten de-
partemente geïnformeerd en is toen tot de conclusie gekomen,
- dat -